12 Omdat je zo’n schoonheid bent, tot vreugde voor je vader!’ Hij legde zijn ene hand op het kleine hoofdje met de donkere haartjes. Toen boog hij zich over het meisje heen. ‘Moge de Eeuwige je tot zegen zijn, zodat je zult worden als de aartsmoeders Sarah, Rebekka, Rachel en Abigaïl. Moge Hij je ingang en je uitgang bewaren en je behoeden op al je wegen.’ Toen Izak allang vertrokken was om zijn werk weer te doen, zat Sarah nog lang rechtop te dromen in de kussens. Ze was buitengewoon trots op hem.
RkJQdWJsaXNoZXIy OTA4OQ==