9789033131707

6 5. Israël moet God ontmoeten 71 Daarom zal Ik u alzo doen, o Israël; omdat Ik u dan dit doen zal, zo schik u, o Israël, om uw God te ontmoeten. Amos 4:12 6. Een oproep tot het huis Israëls 88 Want zo zegt de Heere tot het huis Israëls: Zoekt Mij, en leeft. Amos 5:4 7. De dag des Heeren misverstaan 103 Wee dien, die des Heeren dag begeren!Waartoe toch zal ulieden de dag des Heeren zijn? Hij zal duisternis wezen, en geen licht. Amos 5:18 8. Amos de ziener 119 Daarna zeide Amázia tot Amos: Gij ziener, ga weg, vlied in het land van Juda; en eet aldaar brood en profeteer aldaar. Amos 7:12 9. Een honger in het land 135 Zie, de dagen komen, spreekt de Heere Heere, dat Ik een honger in het land zal zenden: niet een honger naar brood noch dorst naar water, maar om te horen de woorden des Heeren. Amos 8:11 10. Amos brengt Gods heilsbelofte 151 Te dien dage zal Ik de vervallen hut vanDavid wederoprichten, en Ik zal haar reten vertuinen, en wat aan haar is afgebroken, wederoprichten, en zal ze bouwen als in de dagen vanouds; opdat zij erfelijk bezitten het overblijfsel van Edom en al de heidenen, die naar Mijn Naam genoemd worden, spreekt de Heere, Die dit doet. Amos 9:11 en 12

RkJQdWJsaXNoZXIy OTA4OQ==