9789033131745

13 ‘Ik vind het wel leuk om te kamperen,’ zegt hij dan. ‘Maar mag ik dan in de herfstvakantie met papa een klein vliegreisje maken?’ Papa schiet in de lach. ‘Jij bent echt verwend de laatste tijd. Je wacht het maar lekker af.’ Papa kijkt naar mama. ‘Volgens mij is jouw plan zojuist met algemene stemmen aangenomen. Maar hoe komen we dan aan een tent?’ ‘Heb je zaterdagmiddag iets te doen?’ zegt mama dan. ‘Ik stel voor dat we naar een kampeerwinkel rijden en ons eens gaan oriënteren. Er zijn tegenwoordig vast veel mooiere tenten dan twintig jaar geleden.’ ‘Weet je nog dat dat voorstukje lek was?’ zegt papa. ‘Jij had je kledingtas in het voorstukje laten staan, dus al je kleren waren nat!’ ‘En daar moet jij nog steeds om lachen?’ reageert mama. Seth kijkt verbaasd naar zijn ouders. ‘Wat is er eigenlijk leuk aan kamperen?’ zegt hij dan. ‘En wat is er te doen in Zwitserland?’ Die zaterdag lopen ze door een grote kampeerwinkel. Seth kijkt zijn ogen uit. Op de eerste verdieping zijn allemaal tenten opgezet. Je hebt keuze uit verschillende soorten, ziet hij. Grote tenten voor een heel gezin en minitentjes waar je net in je eentje in kunt liggen. ‘Die is leuk,’ zegt mama. Ze wijst naar een tent met een rond dak. ‘Die had je vroeger niet.’ Papa schudt aan de stokken van de tent. ‘Geloof me, deze wil je niet,’ zegt hij dan. ‘Eén windvlaag en het hele ding stort in elkaar. Ik denk dat je naar een wat degelijker model moet kijken.’

RkJQdWJsaXNoZXIy OTA4OQ==