17 WIJ ZIJN DES HEEREN het centrum van de eredienst plaatsen. Met welk doel? In het Schatboek, de eerste uitleg van de Heidelberger, schrijft Ursinus: ‘Het doel van de christelijke religie ten aanzien van God, is Gods eer.’ Maar ten aanzien van de mensen is dit doel ‘de gelukzaligheid van de mens’. Pelgrim naar Sion, wanneer ben je nu gelukzalig? Wanneer ben je nu volkomen gelukkig? Dat is als een verloste zondaar met God verenigd mag zijn; eeuwig Thuis te zijn, storeloos en eindeloos. En zolang we onderweg zijn, is de hoogste gelukzaligheid het genieten van een vaste troost in leven en sterven. Wat ben je rijk als dit het getuigenis, de vaste troost, van je ziel mag zijn: ik ben in leven en in sterven, naar ziel en lichaam niet van mezelf. Ik leef niet voor mezelf, en als ik sterf, lig ik niet voor eigen rekening. Dan zou het eeuwig een failliete zaak zijn. Nee, ik ben het eigendom van Jezus Christus. Ik ben geëigend door de Zaligmaker van zondaren. Hij heeft het eigendomsrecht op mijn leven, op mijn ziel. Dat is groot! Maar nog rijker: ook op mijn lichaam. Naar ziel én lichaam! Kom, mag u dat nazeggen? Mag jij dat nazeggen? U moet erop letten hoe de levende Kerk Hem noemt: ‘mijns getrouwen Zaligmakers, Jezus Christus’. Dat klinkt zo oneindig teer, zo toe-eigenend door het ware geloof. Mijn Heere en mijn God! Dat is zo rijk! Hij is getrouw, weet u wat dat zeggen wil? Dat Hij zo anders is dan Zijn volk... Zij verzondigen het wel duizendmaal, zij zijn zo ontrouw ondanks alle goede voornemens. Paulus zegt: ‘Het goede, dat ik wil, doe ik niet’ (Rom. 7:19a). Maar Hij, dat is Jezus Christus, de Waarmaker van Zijn Naam, Hij laat nooit meer los. Hij laat niet varen wat Zijn hand begon! (Ps. 138:4 ber.). Dat ligt vast in die doorboorde Middelaarshanden. Dat ligt vast in die twee Namen: Jezus Christus. Jezus, dat is Zaligmaker. Christus, dat is de van God Gezalfde, tot mijn profeet, Christus, mijn Koning. In leven en sterven, wij zijn des Heeren. We gaan naar onze tweede gedachte: 2. Door betaling en verlossing Er zijn altijd mensen bij wie de haren overeind gaan staan als je vraagt: ‘Hoe ben je daar nu aan gekomen? Hoe ben je het eigendom van Jezus Christus geworden? Je kunt wel een mooie belijdenis opzeggen, maar het komt erop aan of het wáár is in je leven. Hoe kom je er dan aan?’ Als je daar
RkJQdWJsaXNoZXIy OTA4OQ==