9789033131875

6 j a n u a r i Heelmeester Want Ik ben de Heere, uw Heelmeester. e x o d u s 1 5 : 2 6 b DRIE DAGEN na het wonder van de Schelfzee... De Israëlieten murmureren tegen Mozes. Jawel, ze zijn bij een plaats aangekomen waar water is. Maar algauw komen ze erachter: het is bitter water. Niet te drinken. Vandaar de naam Mara. Wat nu? Bitter water doet de dorst nog meer voelen. De Heere kan datgene bitter voor ons maken wat ons de meeste voldoening gaf. Dat doet Hij, opdat ons gebrek en onze teleurstelling ons zullen uitdrijven naar onze Schepper. Zijn gunst sterkt meer dan de uitgezochtste spijze. ‘Wat zullen wij drinken?’ roept het volk opstandig. Mozes gaat ermee tot de Heere. De Heere wijst Mozes een hout aan. Dat hout moet hij in dat bittere water werpen. In het hout zelf zat geen werking. Het is een teken, niet een middel. Wijst het hout ons niet heen naar het kruis van Christus? Het maakt voor alle gelovigen de bittere wateren van de beproevingen zoet en stelt hen in staat om zich te verblijden. De Heere beproefde Israël. Ze moeten niet denken nu ze uit Egypte verlost zijn dat ze geen heer boven zich hebben. Ze moeten de Heere gehoorzamen. Ze zijn bevrijd, opdat ze Hem zouden dienen zonder vrees. Hij zal dan zorgen voor Zijn volk. Hij is de Heelmeester, of anders gezegd: de Heiland Die geneest en redt. Het bittere water is de wet die ons veroordeelt. We krijgen kennis van zonden. De wet brengt treurigheid, schrik en droefheid in het hart. Het hout is de boom des levens, het Evangelie. Als dat Evangelie het hart raakt, dan smaakt het, en wordt het zoet. Door Christus wordt het bittere zoet. Dan hebben we een vermaak in Gods wet naar de inwendige mens, want Hij is uw Heelmeester. Hij slaat en Hij heelt. l e z e n : e x o d u s 1 5 : 2 2 - 2 7

RkJQdWJsaXNoZXIy OTA4OQ==