16 ‘Het thema heeft met ziek-zijn te maken,’ verklapt de juf verder. ‘De dokter,’ zegt Jelle. ‘Dat begint niet met een z, oenemeloen,’ zegt Rens. Ineens ziet Karlijn dat de juf naar haar kijkt. Heeft ze iets aan haar gevraagd? Alle kinderen kijken ook naar haar. Wat moet ze zeggen? Ze weet het niet en haalt haar schouders op. Dan schrijft de juf langzaam het woord verder op. Er staat: ziekenhuis. ‘Gaaf,’ zegt Anouk. ‘Ik wil zuster worden. Thuis heb ik een jurk voor een zuster. En ik heb een koffer met pleisters en verband. Die neem ik mee.’ ‘Dat is pas kinderachtig,’ zegt Jelle. ‘Ik hoor het al,’ zegt de juf. ‘De eerste zuster hebben we al in de zaal. Neem allemaal maar spullen mee die met het ziekenhuis te maken hebben.’ ‘Tètu, tètu,’ roept Rens. ‘Ik heb een ambulance en traumahelikopter van Playmobil.’ Karlijn denkt erover na. Ze weet niet of ze het een leuk thema vindt. Ooit heeft ze een pop gehad met een ziekenhuisbed op wielen. Ze heeft bijna nooit met pop Anna gespeeld. Maar ze gaat mooi niet zeggen dat ze die heeft. Ze gaat pop Anna echt niet meenemen naar school. ‘Juf, juf, gaan we de klas ombouwen tot een ziekenhuis?’ wil Floor weten. ‘Niet heel de klas, hoor. Maar achter in de klas gaan we een ziekenhoek maken.’ Dat is altijd leuk bij juf Boonstra. Als ze over een thema werken, wordt er een hele hoek omgetoverd. ‘Maar het is toch niet fijn om over ziek-zijn te werken?’ zegt Jelle. ‘Ik vind ziek zijn eng. En bloed ook.’ ‘Dan kan ik je verzorgen in de ziekenhoek,’ zegt Anouk. Opeens praat iedereen door elkaar. Wat een herrie. Even gaat er een steek door Karlijns oor. Dat voelt naar. ‘Ik zal jullie vertellen wat we nu met elkaar gaan doen,’ zegt de juf. Ze pakt grote vellen papier en legt haar vinger op haar mond. Iedereen wordt stil. Wat is de juf van plan?
RkJQdWJsaXNoZXIy OTA4OQ==