13 eeuwige vrederaad bereid om die verloren zondaren, waar ze zich ook zouden bevinden, te gaan opzoeken. In deze opzoekende zondaarsliefde zal de Heere heel de wereldgeschiedenis door tot aan de einden der aarde de ganse uitverkoren Kerk vergaderen door Zijn Woord en Geest. En daar roept God Zijn knechten voor. Die knechten roept Hij, die zondert Hij af in Zijn dienst. ‘Zondert Mij af beide Bárnabas en Saulus tot het werk waartoe Ik hen geroepen heb’ (Hand. 13:2). En zo doet God dat nog. Hij zondert mannen af om ambtsdragers te zijn in Zijn kerk op de aarde. Hij roept mannen tot dienaren des Goddelijken Woords. Hij wil mannen geven in de ambten van ouderling en diaken, opdat Zijn gemeente zou worden vergaderd, en opdat zondaren zouden worden getrokken uit de macht van de zonde en de duisternis en gebracht zouden worden tot Zijn wonderbaar en heerlijk licht. Bent u al getrokken, verlost? Want we verkeren in een nameloos diepe ellendestaat. Dat is in woorden niet uit te drukken. Daar heb ik mezelf in gestort. U en ik, wij stonden op een plaats van eer, als het pronkjuweel van Gods schepping. God sprak: ‘Laat Ons mensen maken, naar Ons beeld, naar Onze gelijkenis’ (Gen. 1:26). God schiep de mens naar Zijn beeld, naar Zijn gelijkenis, opdat wij God onze Schepper recht zouden kennen, van harte zouden liefhebben en met Hem in de eeuwige zaligheid zouden leven, om Hem te loven en te prijzen. God schiep ons, opdat wij ons zouden verlustigen in onze Maker en in het werk van Zijn handen. En toen kwam de slang, kruipend in de boom, en heeft Eva verleid. De vrucht was begeerlijk, zag ze, om
RkJQdWJsaXNoZXIy OTA4OQ==