9789033132094

14 verstandig te maken. Ze nam en at, en gaf ook haar man met haar, en hij at. En toen Adam at, aten ook u, jij en ik. En toen Adam zich van God losscheurde, deden wij het ook. En zo hebben we onszelf van al die uitnemende gaven beroofd, en zijn geheel ellendig geworden. We hebben onszelf in een lichamelijke en geestelijke dood geworpen. U bent stervende. Dat weet u toch, dat uw leven niet anders is dan een gestadige dood? Jonge vrienden, vind je het dan geen wonder dat God een Kerk verkoren heeft tot de zaligheid? Vindt u het geen wonder dat u mag leven onder de bediening der verzoening? Wat is het een onbevattelijk wonder dat God nog dienstknechten uitzendt, ‘door wier dienst de mensen geroepen worden tot bekering en het geloof in Christus, den Gekruisigde’ (DL, I, art. 3), tot wie Hij wil en wanneer Hij wil. En ze prediken maar: ‘Laat u met God verzoenen’ (2 Kor. 5:20).

RkJQdWJsaXNoZXIy OTA4OQ==