9789033132117

15 Aanspraak aan de ouders en kinderen ‘Wonderlijk zijn Uw werken; ook weet het mijn ziel zeer wel.’ Dit riep eenmaal Israëls zanger in verrukking uit in Psalm 139:14. Het lijdt volgens mij geen twijfel of uit het voorgaande en het volgende blijkt dat de heilige man het oog heeft op de natuurlijke en bewonderenswaardige vorming van zijn lichaam in de buik van zijn moeder. Zeker, de lichamelijke geboorte is een onbegrijpelijke zaak voor een mens en een zaak van grote verwondering. Als een mens hierover denkt, verliest hij zichzelf en vindt overvloedig stof om Jehova met verheffing van het hart te loven. Maar met nog meer recht mag men verrukt worden over Gods genadewerk in de geestelijke wedergeboorte van de uitverkoren zondaar. Dan galmt men uit: ‘Wonderlijk zijn Uw werken!’ En de ziel die dat ondervonden heeft, kan daar met recht aan toevoegen: ‘Ook weet het mijn ziel zeer wel.’ Deze geestelijke geboorte of bekering is wonderbaar, niet alleen omdat God die werkt op een wonderlijke manier, in de een zacht en evangelisch, in de ander streng en wettisch. In de een gebruikt de Heere het middel van Zijn Woord, hetzij gepredikt, gesproken of gelezen (Rom. 10:17). In de ander gebruikt Hij het middel van Zijn oordelen en straffen. Maar wat zich wonderlijk in dit

RkJQdWJsaXNoZXIy OTA4OQ==