9789033132155

Leven en licht Bijbels dagboek 2024 DEN HERTOG – HOUTEN

AUTEURS januari ds. H. Hofman februari ds. L.W.Ch. Ruijgrok maart ds. K. Hoefnagel april ds. M. Goudriaan mei ds. M. Karens juni ds. A. van de Weerd juli ds. L.W.Ch. Ruijgrok augustus ds. K. Hoefnagel september ds. H. Hofman oktober ds. A. van de Weerd november ds. M. Karens december ds. M. Goudriaan Foto omslag: Bertus Kas © 2023 Den Hertog B.V., Houten ISBN 978 90 331 3215 5 Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij digitaal, elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen, of op enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.

3 MA ANDAG 1 JANUARI NIEUWJA ARSDAG ...maar een vrouw die de Heere vreest, die zal geprezen worden. SPREUKEN 31:30B Het is een goede gewoonte om elkaar in de eerste dagen van het nieuwe jaar zegen toe te wensen voor de dingen die het tijdelijke en het eeuwige leven aangaan. Helaas, heel wat goede wensen én goede voornemens zijn alweer spoedig vergeten naarmate de maand januari vordert. We willen in deze maand stilstaan bij voorbeelden van ‘heilige vrouwen welke op God hoopten’, met de bede dat deze voorbeelden uit het Nieuwe Testament zullen leiden tot voornemens die aan het eind van de maand niet reeds vervlogen en vergeten zijn. Het thema is genomen uit het huwelijksformulier. Hiermee is niet gezegd dat deze voorbeelden alleen de gehuwden aangaan. En het is te hopen dat ook mannen zich aangesproken zullen voelen, gehuwd of ongehuwd, wie u of jij ook bent die dit leest. We hebben toch allemaal hetzelfde nodig? ‘…op God hoopten!’ Wat een mooi begin voor een nieuw jaar. Wat zijn er veel dingen waar een mens zoal op hoopt! Misschien is de verlanglijst groot als het gaat over wensen en dingen waar u naar uitziet aan het begin van 2024. Op God hopen is nooit verkeerd, en zal niet beschaamd worden. Vooral niet als dit met de vreze Gods gepaard mag gaan. Geve de Heere deze maand, en dit jaar dat dit nu eens samen mag opgaan: op God hopen, in de tere vrees van Zijn Naam! Laten de voorbeelden die we overdenken tot lering en bekering zijn. Opdat 2024 een welaangenaam jaar des Heeren zou worden, waarin de Heere nagevolgd wordt in alles wat het jaar brengt. Aardappels gemeten, boontjes geteld, en is de jas versleten, dan is er alweer één besteld. Zo leeft het kind van God dat hoopt op God én de Heere vreest! LEZEN: JESAJA 61:1-6 ZINGEN: PSALM 105:22

4 DINSDAG 2 JANUARI En zij waren beiden rechtvaardig voor God, wandelende in al de geboden en rechten des Heeren onberispelijk. LUKAS 1:6 Elisabet. Ze is de eerste vrouw die we tegenkomen in het evangelie van Lukas. We hebben haar naam ongetwijfeld horen noemen in de adventsweken.Wat wordt ons veel meegedeeld over deze vrouw die op God hoopte. Allereerst dat ze rechtvaardig was voor God, wandelende in al de geboden en rechten des Heeren onberispelijk. Let wel, er staat niet: zondeloos. Wél onberispelijk. Dat betekent zoveel als: zonder opspraak. Dit echtpaar gaf geen aanstoot in hun dagelijkse handel en wandel. Hun vroomheid was ook zonder opsmuk. Er ging iets van uit wat respect en een zeker aanzien gaf. Nee, het was niet de vriendelijke karaktertrek die dit veroorzaakte, het lag dieper. Dit was het genadewerk in het hart. En daar ligt altijd een bepaalde glans op. De Heere geeft genade én ere. Is dat in uw en mijn leven ook te zien? Wandelen doen we voor ons genoegen. Welnu, de dienst van de Heere was voor Zacharias en Elisabet geen opgelegde last van: raak niet en smaak niet en roer niet aan. Nee, het was voor dit echtpaar vertroosting, geest en leven. Wat een zalig leven is dat! Wat gaat er van uw en mijn wandel uit? En laten we dit getuigenis van de Schrift dan vooral bezien in het licht van een zwaar kruis dat hun was opgelegd. Misschien bent u die dit leest ook wel een kruisdrager. Wat kunnen moeiten en verdriet ons leven stempelen. Mag u door Gods genade ook wandelen in de geboden en rechten des Heeren? Laat het leven van deze vrome vrouw eens tot voorbeeld zijn. Het is niet tevergeefs om juist ook dan op God te hopen. LEZEN: LUKAS 1:1-7 ZINGEN: PSALM 119:25

5 WOENSDAG 3 JANUARI Alzo heeft mij de Heere gedaan... LUKAS 1:25A Je zou de woorden van deze tekst de lofzang van Elisabet kunnen noemen. Nee, zo staan ze misschien niet bekend bij ons. Maar toch... Terwijl haar man moet zwijgen spreekt Elisabet. Ze zingt van wat de Heere gedaan heeft. Zingt u daar ook weleens van? De Psalmen zijn daar uitermate geschikt voor. In onze dagtekst valt de nadruk op het woordje ‘alzo’. De vrouw die geen ambt bekleedde, mag het hier de priester die moest zwijgen vertellen! Heilig zijn, o God, Uw wegen. ‘Alzo heeft mij de Heere gedaan…’ De lofzang was daar in stilte tot God. Terwijl de één met een gesloten mond luistert, mag de ander het vertellen. Ik teken u kort de gang van Elisabet, die op God hoopte. Wat was haar hoop aanvankelijk vurig geweest. Zou zij de draagmoeder van de Messias worden? Dat was toch de wens van elke vrome vrouw in Israël? Of op z’n minst dienstbaar te mogen zijn in dat opzicht? Maar naarmate de tijd verstreek, vervloog ook de hoop. Het kón toch ook niet meer? Deze conclusie werd niet in één dag geboren. Daar gingen jaren overheen. Alzo! Op deze wijze liet God Elisabet op God hopen. Ook al kon het niet meer. Kent u dat leven? En dan vooral: onberispelijk! Dan belijden: Gods weg is volmaakt. Ja, juist dan, als het zó indruist tegen ons begrip. Wat kan één zinnetje uit de Bijbel een meditatief moment opleveren – misschien wel na een moeizame of moeilijke dag. Geestelijk keer op keer je onvruchtbaarheid inleven. Geestelijk maar moeizaam voortstrompelen. De Heere niets kunnen aanbieden dan moeite, onvruchtbaarheid en zo meer. ‘De ogen houdt mijn stil gemoed opwaarts, om op God te letten.’ LEZEN: LUKAS 1:18-25 ZINGEN: PSALM 25:7

6 DONDERDAG 4 JANUARI Alzo heeft mij de Heere gedaan, in de dagen, in welke Hij mij aangezien heeft... LUKAS 1:25A Elisabet heeft met de profeet Micha uitgezien naar de Heere. En in dat uitzien is zij niet beschaamd uitgekomen. In haar zingen was het Gode tot lof en haar ziel tot zaligheid. Altijd maar goed onthouden: wat van God komt keert tot Hem terug. ‘Alzo’ laat dan ook het licht vallen op Gods trouw. Hij is het Die al die jaren dat het niet meer kon gewaakt heeft over Zijn eigen zaak. Ook toen het al lang niet meer kon. Hij, de getrouwe Verbondsgod, zag Elisabet aan toen ze in donkerheid haar weg moest gaan. Toen ze in vertwijfeling misschien moest uitroepen: ‘Zou de Heer’ Zijn gunstgenoten, dacht ik, dan altoos verstoten? … Zouden Zijn beloftenissen verder haar vervulling missen, vruchteloos worden afgewacht, van geslachte tot geslacht?’ God heeft Elisabet aangezien. Letterlijk betekent dit zoveel als: zich bekommeren om. Daadwerkelijk helpen. Hij kende de weg die bij haar was. ‘Ik zal u trouw verzellen met Mijn raad, terwijl Mijn oog op u gevestigd staat.’ Laat de raadsvervulling van Immanuël u in 2024 toch niet verschrikken, maar juist bemoedigen. Het loopt alles uit op de komst van Zijn Koninkrijk en de eer van Zijn Naam. Vrouwen, maar ook mannen die op God hopen behoeven daarom niet zo vreesachtig te zijn. Hij zal Zijn werk voor mij voleinden. Denk hier ook eens aan als het nieuwe jaar u misschien meer zorgen dan zegeningen baart. Denk hier eens aan als uw weg met doornen is omtuind. Het loopt de Heere echt niet uit de hand. En, er zijn nog zoveel meer voorbeelden van vrouwen die op God hoopten. We hopen er morgen mee verder te gaan. LEZEN: MICHA 7:7-14 ZINGEN: PSALM 138:4

7 VRI JDAG 5 JANUARI ...Hoe zal dat wezen, dewijl ik geen man beken? LUKAS 1:34B Hoewel de Adventsweken alweer achter ons liggen, kan het toch geen kwaad om nóg een vrouw uit de Adventstijd die op God hoopte naar voren te halen. Laten we maar niet denken dat Lukas 1 of 2 alleen rond Kerst gelezen kan worden! En het onderwijs dat alleen al uit een vraag van Maria komt, beslaat meer dan alleen de menswording van de Zoon van God. Hoe zal dat wezen? Wat zal het Maria geduizeld hebben! Let wel, ze zegt niet: hoe kán dat wezen. Dat zou wat anders betekend hebben. Maar hoe zál laat zien dat er een verlangen was naar onderwijs. Onderwijs in een geheimenis dat het denken van God aan Zijn genade onthulde. Dat is een zeer noodzakelijk en ook kostelijk onderwijs. Want wie vraagt daar nu van nature om? Welk mens bekommert zich om inzicht in de genade van God? Of is het anders in uw of jouw leven? Hoe zal dat wezen.Wat gebeurt er als deGeest gaat waaien inhet hart van een mens? De Geest der ontdekking, aan ons zondig bestaan. De Geest der leiding Gods, Die een mens gaat brengen tot een wanhopen aan zichzelf, maar dan aan de voeten van de Heere Jezus. Hoe zal dat wezen! Kent u het? Ik hoor over de noodzakelijkheid van wedergeboorte, maar wat is dat? Ik hoor over bekering, maar hoe gaat dat? Ik hoor over verzoening met God door voldoening, maar wie geeft dat? Vult u de vragen maar aan waar u het jaar mee begonnen bent of vandaag juist mee loopt. Laat het antwoord op al uw vragen maar over aan de goede en getrouwe God, Die ook in 2024 nog mensen op Zich laat hopen. Hoe zal dat wezen, het zijn vragen waar nog antwoord op te verkrijgen is. LEZEN: LUKAS 1:26-35 ZINGEN: LOFZANG VAN MARIA:1

8 ZATERDAG 6 JANUARI En zie, een vrouw in de stad, welke een zondares was... LUKAS 7:37A Ja, u leest het goed, een zondares! En dán op God hopen? Jazeker, dacht u dat het er in het Koninkrijk der hemelen ooit anders aan toegaat? ‘Deze ontvangt de zondaars en eet met hen.’ Zó gaat dat met hen die de naam hebben zondaar te zijn. Haar naam wordt niet genoemd. Haar zonde evenmin. Maar ze heeft wél de naam van zondares. Simon de farizeeër kende haar, de discipelen kenden haar, en... als Jezus nu waarlijk profeet was – zo denkt Simon – dan had Hij dit in ieder geval ook kunnen weten! Want wat heeft ze veel zonden gedaan in haar eertijds. Anders zou je er toch niet zo’n naam aan overhouden? Heeft u of heb jij die dit leest het er overigens beter van afgebracht? We belijden toch allemaal zondaars te zijn? Wat bedoelen we daar toch mee als we dat belijden? Laat het geen sleur of gewoonte zijn als we dit zo gemakkelijk zeggen. Bij deze vrouw was het in ieder geval bittere realiteit en droevige ernst. Nog even terug naar haar zonde(n). Onwillekeurig denken we misschien gelijk aan de zonde tegen het zevende gebod. Maar dat staat er niet bij, en in het oorspronkelijke lezen we een meer algemeen woord voor zondares. We weten het dus niet. Laten we er in ieder geval dit van leren, dat er nog negen andere geboden zijn waartegen gezondigd wordt. Denk maar eens aan doodslag, haat, nijd, hoogmoed, achterklap en nog veel meer. En vergeet vooral de grootste zonde niet, namelijk het verwerpen van de Christus der Schriften. Overdenk vandaag op de laatste dag van de week uw zonden eens. Zijn het er mét deze vrouw vele, zoals Christus het zegt in vers 47? Hoop op God! LEZEN: LUKAS 7:36-48 ZINGEN: PSALM 32:3

RkJQdWJsaXNoZXIy OTA4OQ==