16 hij toch luisteren. De ernst waarmee Macdonald sprak, leek het hart van iedere hoorder te moeten treffen. Na de dienst vroeg iedereen zich af wie de predikant was geweest. ‘Een jongeman uit Edinburgh, hij heet Macdonald’, was het enige antwoord dat kon worden gegeven. Predikant Zes jaar later, in 1813, werd hij bevestigd als predikant in Urquhart, in de baronie van Ferintosh, in Ross-shire. Zijn voorganger daar, Charles Calder (1748-1812), was in 1812 overleden en had de bloeiende gemeente van Ferintosh sinds 1774 gediend. In zijn laatste preek tot zijn gemeente had Calder onder andere het volgende gezegd: ‘Ik heb het idee dat of ik vandaag voor het laatst spreek, of sommigen van u mij voor het laatst horen. Voordat wij voor eeuwig scheiden, roep ik vijf getuigen aan om te verklaren dat ik u de gehele raad van God heb verkondigd. De eerste is God de Vader, de alwetende en hartdoorzoekende God. Ik roep Hem aan als getuige dat ik u het leven en de dood heb voorgesteld. De tweede is God de Zoon. Ik roep Hem aan om te getuigen dat Hij in de afgelopen achtendertig jaar de last van mijn prediking is geweest. De derde is God de Heilige Geest. Ik roep Hem aan tot getuige dat ik u de aard, de kentekenen en de vruchten van Zijn werk voor ogen heb gesteld, en de noodzaak van de nieuwe
RkJQdWJsaXNoZXIy OTA4OQ==