9789033132209

5 Hoofdstuk 1 ‘Dat was echt lekker. Wat zeg ik? Het was heerlijk.’ Fieke legt met een zucht haar vork en mes op het lege bord. ‘Niemand maakt zulke lekkere nasi als u.’ Moeder kijkt even verrast naar Fieke en wil wat zeggen, maar Oliver en Julien krijgen spontaan een enorme hoestbui. Er lijkt geen eind aan te komen. Als bij de zestienjarige Julien de tranen over zijn wangen lopen, schuift zijn twee jaar oudere broer een glas water naar hem toe en slaat hem hard op zijn schouder. ‘Wat is er met jullie aan de hand?’ Vader fronst zijn wenkbrauwen. ‘We krijgen ineens...’ Oliver hapt naar adem. ‘... een heel erge... hoestbui.’ ‘Allebei tegelijk?’ Fieke schudt haar hoofd. ‘Dat geloven jullie zelf toch zeker ook niet?’ Dan draait ze zich weer naar haar moeder. ‘Mam, mag ik alvast mijn kleedgeld voor de volgende maand?’ Opnieuw krijgen de twee broers een enorme hoestaanval. Ze slaan bijna dubbel, happen naar lucht en vegen de tranen van hun wangen. ‘Dit is nep.’ Fieke kijkt haar broers geërgerd aan. ‘Jullie doen alsof.’ ‘Is dat zo?’ Oliver kijkt even naar Julien en op datzelfde moment schateren de broers het uit. ‘Wat is het...’ Oliver veegt zijn wangen droog met een tissue.

RkJQdWJsaXNoZXIy OTA4OQ==