9789033132209

9 ‘Je bent wel erg kritisch,’ vindt vader. ‘Dat ben ik met je vader eens.’ Moeder pakt de krant die voor Fieke ligt. ‘Je zult misschien met minder leuke klusjes moeten beginnen, maar als je die goed doet, mag je vanzelf steeds meer. Je kunt in ieder geval eens bellen.’ Ze wijst naar de telefoon die voor Fieke op tafel ligt. ‘Oké dan.’ ‘Nul, zes, twee, drie...’ Terwijl Fieke de cijfers intoetst die moeder opleest, ziet ze in een flits de grijnzende gezichten van haar broers. ‘Zullen we eerst uit de Bijbel lezen en danken? Ik bel wel opmijn kamer.’ ‘Goedemiddag, hotel-restaurant De Ontspanning, met Veronique.’ ‘Je spreekt met Fieke de Witt. Ik bel voor de advertentie. Kan ik Rudy... ik bedoel meneer Van der Schelde spreken?’ ‘Ik zal je doorverbinden.’ Gelijk hoort Fieke vrolijke pianomuziek. Ze trommelt zenuwachtig met haar linkerhand op tafel. Een klik. De muziek stopt. ‘Met Rudy van der Schelde.’ Fieke schrikt even van de zakelijke stem. ‘Ja eh... met Fieke. Fieke de Witt. Ik bel voor de advertentie.’ Ze kan zichzelf wel voor haar hoofd slaan. Wat is dat nou voor een onzeker gedoe?Wat zal dieman niet denken? Dat hij een zenuwachtig pubertje aan de telefoon heeft? ‘Mag ik daar iets over vragen?’ ‘Wat wil je weten?’ Fieke voelt de zweetdruppels op haar gezicht prikken. Wat pakt ze dit stom aan. Voor ze belde, had ze eerst wat vragen op papier moeten zetten. Ze heeft nog geluk dat Oliver en Julien haar niet horen. ‘Wat voor werk moet je doen?’

RkJQdWJsaXNoZXIy OTA4OQ==