1 1 worden, óf verloren liggen en verloren gaan. Dat is de bijna voelbare spanning in deze gelijkenis. Wij zullen onszelf hoe dan ook in deze gelijkenis gaan tegenkomen. Zeker, daar is licht van Boven toe nodig. En laten we daar vooral ook om vragen, opdat we voor het eerst of opnieuw ons bestaan eens thuis zouden krijgen. Maar ook, dat we in een rechte weg mogen komen tot dat allergrootste wonder: om als een in lompen gehulde en bij de zwijnen besmeurde verloren zoon een thuiskomen te mogen vinden bij de Vader. Want dat is toch wat er in Lukas 15 gebeurt. Laten we eerbiedig gaan luisteren naar Hem, Wiens mond niets dan loutere wijsheid voortbrengt. En dan luisteren, niet als mensen die het weten, maar als mensen die om onderwijs verlegen zijn. ‘En Hij zeide: Een zeker mens had twee zonen.’ De Heere Jezus vergelijkt Zijn hoorders hier bij twee zonen uit hetzelfde huisgezin. Ze hebben dezelfde vader en ze zijn onder hetzelfde dak grootgebracht. Ze hebben hun voetstappen staan op hetzelfde erf en ze hebben aan dezelfde tafel gegeten en gedronken. Dat zijn de overeenkomsten. Maar daarbuiten zijn de verschillen o zo groot! Het leven van de ene was bepaald het leven van de ander niet. Die ene zoon, de jongste, is de geschiedenis ingegaan als de verloren zoon.Maar zoals we al zeiden: daarmee is het beeld behoorlijk scheefgetrokken. Want die oudste zoon is niet minder verloren dan de jongste zoon.Aangrijpend genoeg blééf hij verloren toen de jongste behouden werd. De jongste lag verloren in de ongerechtigheid, en de oudste lag verloren in de eigengerechtigheid.
RkJQdWJsaXNoZXIy OTA4OQ==