15 zou oprapen?’ vraagt Seth. ‘Daar trapt echt niemand in, hoor.’ Mees en Tijn gaan allebei staan. ‘Heus wel, hoor!’ zegt Mees. ‘We zitten hier nog maar net.Er komt echtwel iemanddiedenkt dat het echt is.’ Maar Seth schudt zijn hoofd. ‘Tuurlijk niet, iedereen kent die grap toch? En zeker als je zo’n rare, oude portemonnee gebruikt, trapt er echt niemand in.’ Mees enTijn kruipen door de opening in de heg terug naar de stoep. Tijn pakt de portemonnee op. ‘Mmm, jammer,’ zegt hij. ‘Het leek me juist zo’n goede grap.’ ‘Het is ook wel leuk,’ zegt Seth. ‘Maar je moet iets anders gebruiken. Iets waar mensen echt voor stoppen.’ ‘Zoals wat?’ vraagt Mees. ‘Daar moeten we over nadenken,’ zegt Seth. ‘Mag ik meedoen?’ ‘Ja, tuurlijk,’ kniktTijn. ‘We gaan eerst bedenken wat we aan het touwtje binden.’ Ze gaan naast elkaar op de rand van de stoep zitten. ‘De pinpas van je moeder,’ zegt Mees. ‘Daar bukken mensen vast wel voor.’ ‘Die kun je niet aan een touwtje binden,’ zegt Tijn. ‘Dat ziet iedereen meteen.’ ‘O ja... Wat dan?’ Opeens springt Tijn op. ‘Ik weet het!’ roept hij. ‘Kom op, naar jouw huis, Seth!’ Hij begint al te rennen.
RkJQdWJsaXNoZXIy OTA4OQ==