– 10 – Hoofdstuk 5 Mart is weg De juf schrikt. Wat gaat Mart doen? ‘Ik ga gauw kijken,’ zegt de juf. Ze loopt gelijk naar de gang. Maar Mart is zo snel! De juf ziet hem niet meer. Ze zoekt en zoekt. Nergens ziet ze Mart. Dan hoort ze ineens een ondeugende stem. Het is de stem van Mart. Mart is in de wc. Daar speelt hij met de kraan. Hij laat het water uit de kraan lopen. Het water spuit alle kanten op. ‘Dat mag niet, Mart,’ zegt de juf. ‘Kom maar gauw mee naar de klas.’ De juf geeft Mart een hand en brengt hem weer bij zijn stoel. Mart is kletsnat. De kinderen lachen om hem.
RkJQdWJsaXNoZXIy OTA4OQ==