9789033132384

8 Fijs zucht. Opruimen is het domste klusje dat bestaat. Als zijn ouders vanavond komen, zullen ze heus niet opkijken van een beetje rommel. Op zijn eigen slaapkamer is het veel erger. In dit laatste halfuurtje voor de school uitgaat, kunnen ze toch beter verstoppertje gaan doen of zo? Iedereen verstopt zich dan onder zijn tafel. En meester is hem dan. Met een blinddoek voor. Fijs kijkt rond. Iedereen is al begonnen met opruimen. Pepijn maakt een wiebelende stapel van zijn boeken. Yara is al haar potloden aan het slijpen. Maar dat geeft nog meer troep. En Livia drukt haar tablet aan. Zij hoeft eigenlijk niet op te ruimen, want Livia heeft nooit rommel. Iedereen ruimt op. Behalve meester Teun. Tussen stapels papieren gaat hij achter zijn computer zitten. Met tegenzin trekt Fijs zijn laatje eruit. Hij houdt hem op de kop boven zijn tafel. Zo gaat het veel sneller. Met veel lawaai valt het pennenblik naast zijn tafel op de grond. In de verte hoort hij meester. ‘Fijsss.’ Fijs ziet het rode kneedballetje dat hij thuis kwijt was. En de sponsorkaart van het begin van het jaar. Lag dat allemaal in zijn laatje? Er knispert wat plastic onder zijn pennenblik. Nee! Dat is toch geen oud boterhamzakje? ‘ER ZIT SCHIMMEL IN MIJN LAATJE!’ gilt Fijs. Livia duikt gelijk opzij. ‘Ik stink niet!’ roept Fijs. Hij wiebelt met het plastic zakje. ‘Dit stinkt!’

RkJQdWJsaXNoZXIy OTA4OQ==