9789033132391

17 ‘Weet ik ook niet.’ ‘Huh?’ Thirza schudt haar hoofd. ‘Dus je weet verder niets van hem? Hoe krijgt hij dan zijn riem terug?’ ‘Ja, nu je het zegt.’ Mirella krabt twijfelachtig met haar vingers door haar haren. ‘Daar heb ik niet over nagedacht.’ Ze ziet hoe de ogen vanThirza beginnen te twinkelen. ‘Dan moet je de riem aan je kast laten hangen als relikwie.’ ‘Dat dacht ik niet. Ik hoop dat ik hem snel weer zie. Hij fietst heel vaak langs school.’ ‘Wacht eens...’ Jolien vergeet verder te eten. ‘Is dat die jongen met donker stekeltjeshaar, blauwe ogen en sproeten?’ ‘Hoe weet je dat?’ Jolien giechelt. ‘Iedere keer als hij langs fietste, zei je: “Kijk, daar heb je die leuke jongen weer.”’ ‘Heb ik dat echt gezegd?’ vraagt Mirella verbaasd. ‘Wel meer dan één keer.’ Jolien heeft pretlichtjes in haar ogen. ‘Ja toch, Thirza...?’ Thirza knikt. ‘Zeker weten. We wilden het niet zeggen, maar we dachten al een tijdje dat je misschien verliefd op hem was.’ ‘Doe niet zo gek.’ Mirella voelt een kleur opkomen. Ze schudt haar hoofd. ‘Ik vind hem alleen maar leuk.’ ‘Ja... ja...’ plaagt Jolien. ‘Meestal begint verliefdheid met iemand leuk vinden. Thirza en ik kunnen het weten, want wij hebben ervaring.’ Mirella besluit om er verder niet op in te gaan. Des te sneller is dat geplaag van haar vriendinnen over. Ze kauwt nadenkend op haar krentenbol. Het is te hopen dat ze Jeroen inderdaad snel weer terug ziet. Ze zal zorgen dat ze de riem in haar tas heeft, zodat ze die aan hem kan geven als ze hem ziet. Ze kijkt naar Jolien en Thirza. Die lachen haar gewoon uit. Had ze hen maar niets verteld, want nu stoppen ze natuurlijk niet meer. Jolien plukt een stukje kaas uit haar boterham. ‘Zou hij bij ons groepje passen?’

RkJQdWJsaXNoZXIy OTA4OQ==