9789033132391

10 ‘Bedankt,’ zegt ze wat bedremmeld. Ze kent deze jongen. Hij fietst bijna dagelijks langs hun school. Maar dat is dan ook alles. Ze weet niet hoe hij heet en waar hij naartoe gaat. Behulpzaam overhandigt hij haar de stapel boeken en bukt zich opnieuw om de tas op te rapen. ‘De rits is kapot.’ Hij houdt de tas voor haar open, zodat ze de boeken erin kan laten glijden. ‘Misschien kun je hem nog laten repareren en anders moet je een nieuwe tas kopen.’ ‘Ja.’ Ze kijkt bedenkelijk naar de kapotte rits. ‘Er zat vanmorgen al een klein scheurtje in. Ik hoopte dat hij het vandaag nog zou houden.’ ‘Niet dus.’ De jongen bukt zich opnieuw om haar etui en agenda op te rapen. ‘Het is nu alleen de kunst om de boeken in je tas te houden. Moet je nog ver?’ ‘Hmm, een halfuurtje fietsen.’ ‘Hoe ga je dat dan doen?’ Mirella haalt wat hulpeloos haar schouders op. Goede vraag van die jongen. Ze kan natuurlijk haar tas opnieuw onder de snelbinders vastzetten, maar straks gebeurt er weer hetzelfde. En als rugzak functioneert dat ding ook niet meer. Wat nu? Ze kijkt naar de jongen die nu zichtbaar nadenkt over een oplossing. Dan steekt hij opeens een vinger op. ‘Ik weet wat.’ Tot Mirella’s grote verbazing trekt hij zijn riem uit zijn broek en bindt die vervolgens om haar tas. ‘Ik denk dat je tas zo wel blijft zitten.’ Mirella bijt op haar lip en moet moeite doen om niet te lachen. Hoe krijgt die jongen het verzonnen? ‘Ik hoop voor je dat je broek goed blijft zitten.’ De jongen grinnikt. ‘Dat zal vast wel. Ik heet trouwens Jeroen. En jij?’ ‘Mirella.’

RkJQdWJsaXNoZXIy OTA4OQ==