9789033132414

- 7 - HOOFDSTUK 1 ‘Annefloor, wakker worden!’ Een zachte kreun klinkt. Langzaam opent Annefloor de Groot op deze eerste maandagmorgen na de herfstvakantie haar ogen. Slaperig duwt ze het puntje van haar vrolijk geblokte dekbed aan de kant en tuurt naar de wekker. Half acht. Oh, tijd genoeg om zich aan te kleden, te ontbijten en naar school te gaan! Annefloor sluit haar ogen en gerustgesteld nestelt ze zich weer op haar warme plekje. ‘Wakker worden, slaapkop!’ Tien minuten later klinkt een flinke roffel op de deur van haar kamer. ‘Anders knijp ik een washand boven je uit.’ Ze geeuwt. Dat is haar broertje Tim. Alleen hij kan zo vreselijk irritant doen. Haar oudste broer Joas valt wel mee. Zuchtend slaat Annefloor haar dekbed aan de kant. Ze rilt als ze haar blote voeten op de koude vloer zet. Beneden hoort ze moeder in de keuken rommelen. Dan rekt ze zich eens flink uit voordat ze haar kleren van de stoel bij haar bureau pakt. Nu eerst maar naar de badkamer. Als ze opschiet, kan ze zich nog net wassen en aankleden voordat ze gaan ontbijten. ‘Goedemorgen!’ zingt haar zusje Marjolein op de gang. ‘Ik ben al wakker!’ ‘Hou je mond,’ mompelt Annefloor. ‘Laat me toch eens rustig wakker worden.’ Waar haar zusje zo vroeg op de morgen al die energie vandaan haalt, is voor haar echt een raadsel. Slaperig sloft ze verder naar de badkamer. Gelukkig, geen kapers op de kust. Met haar voet duwt ze de badkamerdeur verder open en gaat naar binnen. Zo, nu de deur dicht en de kraan wijd open om een ijskoude plens water in haar gezicht te spetteren. Pas dan durft ze in de spiegel te kijken. Een slaperig gezicht kijkt haar aan. Haar haren pieken alle kanten op. En ineens kriebelt er een lach omhoog. Een beetje gelijk hebben de

RkJQdWJsaXNoZXIy OTA4OQ==