9789033132438

Ruwe stormen mogen woeden, Alles ommij heen zij nacht, God, mijn God zal mij behoeden, God houdt voor mijn heil de wacht. Moet ik lang Zijn hulp verbeiden, Zijne liefde blijft mij leiden; Door een nacht, hoe zwart, hoe dicht, Voert Hij mij in ’t eeuwig licht. Friedrich Funcke (1642-1699) Vertaling: Ahasverus van den Berg (1733-1807)

RkJQdWJsaXNoZXIy OTA4OQ==