9789033132452

18 Hij is doof voor Gods roepstemmen. Al roept de Heere van de hemel hem toe: ‘Bereid uw huis, want gij zult sterven!’, al bidt men hem: ‘Laat u met God verzoenen’, hij hoort niet. Zijn oor is alleen ontsloten voor de klanken van de wereld, voor de stem van de verleiding. Zijn hart is verhard, zodat noch oordelen, noch zegeningen hem kunnen doen bukken voor de Heere. Ja, de oordelen doen hem nog meer in vijandschap uitbreken en hoe meer de Heere hem zegent, des te harder slaat hij achteruit. En is zijn wil niet geheel verkeerd? Wat God verbiedt, dat wil hij; wat de Heere gebiedt, dat wil hij niet. Ach, Kees, de mens is van nature een slaaf van de satan en die is een veel hardere heer dan Farao van Egypte, al schijnt het onbekeerden zo niet toe, en de zondendienst is veel treuriger slavernij dan de Israëlieten in Egypte hadden. Altijd te moeten liegen, stelen, vloeken, sabbatschenden, drinken en wellustig te zijn, of zijn leven te slijten in een eigenwillige godsdienst waar God aan ontbreekt, ik vraag je, Kees, is dat geen dieptreurige slavendienst? Kees: Maar niet alle mensen zijn toch even diep gezonken? Bart: Jawel, Kees, wij zijn allen even diep gezonken. Wij liggen allen op de bodem van het totale verderf, dood in zonde en misdaden, alleen is er verschil in de openbaring van de zonde naar buiten. Dat is Gods algemene genade, die de ene mens meer en de ander minder bewaart voor het uitleven van de ongerechtigheden die vanbinnen wonen, maar alle gruwelen zitten in ons boos gemoed. Alle mensen zijn zondeslaven, de een wat grover en de ander minder grof, de een in het geheim, de ander in het openbaar, de een in de begeerte, de ander in de daad. Psalm 53 en Romeinen 3 zijn op alle mensen van toepassing. Kees: Wat u daar zegt is toch niet van toepassing op Gods volk? Bart: Bij dat volk heeft een machtige verandering plaatsgegrepen, waardoor zij anderemensen zijn geworden. Op diemachtige verandering nu wijst deze eerste legerplaats van het volk van Israël. Ieder van Gods lieve gunstgenoten leert die legering kennen te Rameses, waar zich het zondenkwaad, door Gods genade, begint te ontbinden. Kees: Ik ben toch verlangend om iets van die verandering te horen, dan kan ik mijzelf eens onderzoeken of ik ook weleens in Rameses geweest ben.

RkJQdWJsaXNoZXIy OTA4OQ==