21 Dat zegt de dichter ervan, en ik zeg het hem na. Bart: Dat zal waar zijn, Kees. Waar de Heere ons uit de dienstbaarheid van de duivel en van de zonden bij aanvang verlost en ons tot die keus van Mozes en Ruth brengt, daar is dat een vrucht van de verkiezende liefde; geen ander, dan de tot zaligheid verkorene, valt dit voorrecht ten deel. Het verraadt bovendien ook dat wij vrijgekocht zijn tot de prijs van Jezus’ bloed en leven, want alleen ‘de vrijgekochten des Heeren zullen wederkeren en tot Sion komenmet gejuich’, zegt de profeet in Jesaja 35:10, en tevens is het ook het werk van de Heilige Geest. Al de tranen van godvruchtige ouders en vermaningen van getrouwe leraars kunnen het zondekwaad bij ons niet doen smelten. Ze kunnen hoogstens enig beslag op ons leggen, maar ons van zin en wil, onze lust en ons leven te veranderen, daar moet een almachtig en genadig Drie-enig God aan te pas komen. Kees: Maar zou nu elk mens in wie het beginsel van de wedergeboorte zich openbaart, daar bewustheid van hebben dat dit een werk van de Heilige Geest is als een vrucht van Gods welbehagen in hem? Bart: Welnee, Kees, dat zijn zaken die later pas geopenbaardworden. De Heilige Geest houdt Zichzelf meest verborgen waar Hij de wedergeboorte werkt. Wel bemerkt men de machtige verandering die er plaatsgreep, maar Wie die veranderingen werkt, blijft meestal verborgen. ’t Is als bij die blindgeborene; hij wist dat hij eerst blind was en toen zag, maar Wie het gedaan had, dat wist hij niet, daar kwam hij later pas achter bij een vernieuwde ontmoeting. ’t Is ook hier, zoals in zoveel zaken van het leven van Gods kind: ‘Na dezen zult gij het verstaan.’ Kees: Toch, hoewel ik bij tijden weleens geloven mag uit de vrucht dat de Heere een goed werk aan mij begonnen is, voel ik toch dat ik er niet genoeg aan heb, ik durf er de dood niet op in te wachten. Bart: Als dit ook zo was, dat je aan je wedergeboorte genoeg had, dan zou ik zeggen, Kees, je bedriegt jezelf voor de eeuwigheid, want niet onze wedergeboorte, maar God in Christus moet de grond van onze zaligheid zijn. Zul je dus getroost leven, dan moet Christus je eigendom zijn met bewustheid van je eigen hart. De Heere houde je heilig onrustig en drijve je gestaag voort van rustplaats tot rustplaats, totdat je ingaan moge in Christus Jezus en Die gekruist, dat is de ware rust voor al Gods volk. Kees: Ik dank u hartelijk, Bart, voor uw goede wens en ik hoop dat de
RkJQdWJsaXNoZXIy OTA4OQ==