22 Heere er Zelf genadiglijk voor zal willen waken dat ik mij nooit bedriege voor die grote eeuwigheid, want dat zal wat zijn, bedrogen uit te komen, en ik heb zo’n bedrieglijk hart, Bart! Ik geloof dat er zoveel zijn die menen op de goede weg te zijn en nooit door deze ‘enge poort’ zijn gegaan. Och, dan bid ik wel: ‘Heere, zie of er bij mij een schadelijke weg is, en leid mij op de eeuwige weg. O, als het nog verkeerd met mij is, laat mij dan liever van voren af aan beginnen.’ Bart: Vrees voor zelfbedrog is een heel goede zaak, als het maar niet leidt tot miskenning van ‘de dag der kleine dingen’ van hetgeen de Heere gedaan heeft. En wij hoorden dat dit geen kleine dingen zijn. Kees: Maar nu ben ik toch recht verlangend om voort te gaan, Bart. Ik heb al eens in Numeri 33 gekeken wat er nu volgt, dat is Sukkoth, hè? Bart: Ja, juist. Zij verreisden van Rameses en legerden zich te Sukkoth. Daarover dus een volgende keer, als de Heere wil en wij leven.
RkJQdWJsaXNoZXIy OTA4OQ==