13 muziek der sferen – die alle zijn de stem van God. Er is geen instrument waarvanHij aan de gebroken en ontstemde snaren geen aangename tonen kan ontlokken – ja, zelfs aan het door droefheid vervulde hart. En in het leven van de christen bestaat geen tijdwaarinHij niet eenmelodie kan opwekken,waarnaar engelen ademloos zullen luisteren en er verrukt over zijn zonder die te kunnen navolgen.Muziek die altijd aangenaam is, is het lieflijkst te midden van de nacht. Als tijdens de plechtige, alles overheersende stilte – als geen zuchtje wind de bladeren doet ritselen en nergens weerklank wordt gehoord – als in het alles omhullende duister de verontrustende gedachten, de sombere denkbeelden die als schaduwen die op eenmuur dansen, voor de geest komen, als het opmerkzame oor de zachte tonen hoort van vaardig bespeelde muziekinstrumenten die zich mengen met de tonen van welluidende stemmen, dan is het alsof engelen zijn neergedaald omeen lied te zingen omde bedroefde en vermoeide zonen der aarde tot kalmte te brengen. Maar er zijn liederen die nog rijker zijn en er is muziek die nog zoeter is dan die van hen – de liederen die God geeft en de muziek die Jezus in het hart legt in het midden van de donkere nacht van de pelgrimstocht van de christen. Latenwe toch naar die muziek luisteren! Door de woorden die boven ons hoofdstuk staan,worden drie gedachten opgewekt: de tijd van de nacht, de liederen in de nacht en de auteur van deze liederen. ‘God, mijn Maker, Die de psalmen geeft in de nacht’ (Job 35:10). De tijdwaarnaar door de geïnspireerde schrijver verwezen wordt, staat model voor een tijd van droefheid, somberheid en moedeloosheid, waarmee al Gods kinderen in mindere of
RkJQdWJsaXNoZXIy OTA4OQ==