13 – 1 – Inleiding tot de tekst Deze woorden dienen om tegenwerpingen te voorkomen. Eerder heeft de apostel veel ernstige en hemelse vermaningen uitgesproken, met daarbij de vermaning om in geen ding bezorgd te zijn. Daaronder sluit hij, ten eerste, een verstandige bezorgdheid niet uit; want als ‘iemand de zijnen en voornamelijk zijn huisgenoten niet verzorgt, die heeft het geloof verloochend, en is erger dan een ongelovige’.1 Ten tweede sluit hij ook een godsdienstige bezorgdheid niet uit, want wij dienen te meer onze roeping en verkiezing vast te maken; want dat doende zullen wij nimmermeer struikelen.2 Maar ten derde duidt hij wel op grote bezorgdheid over bepaalde zaken en gebeurtenissen in het leven: ‘Daarom zeg Ik u: Zijt niet bezorgd voor uw leven, wat gij eten en wat gij drinken zult, noch voor uw lichaam, waarmede gij u kleden zult. Is het leven niet meer dan het voedsel, en het lichaam dan de kleding?’3 In deze opvatting behoort een christen niet al te bezorgd te zijn. Het Griekse woord voor ‘bezorgdheid’ heeft als betekenis: iets wat het hart verscheurt. Daarvoor dient men zich dus wel te hoeden.Wij worden opgeroepen onze weg te wentelen op de Heere: ‘Werpt al uw bekommernis op Hem, want 1 1 Tim. 5:8 2 Verg. 2 Petr. 1:10 3 Matth. 6:25
RkJQdWJsaXNoZXIy OTA4OQ==