17 plaats ‘het Evangelie der heerlijkheid’,8 omdat de heerlijkheid van God erin schittert als in een doorschijnend glas. Maar hij die geleerd heeft dit mysterie te minachten zal moeilijk leren gehoorzaamheid aan het Evangelie te betrachten. Wie op de hemelse dingen neerziet als iets onbelangrijks, als het uitoefenen van een vak of als iets anders wat voor hem belangrijker is, die bevindt zich op de snelweg naar de vervloeking. Zo iemand zal nauwelijks leren wat tot zijn vrede dient. Wie zal leren wat hij nauwelijks de moeite waard vindt? Ten tweede: het vergeten van wat wij horen. Als een scholier de regels voor zich heeft liggen en die even snel vergeet als hij ze leest, zal hij nooit leren. ‘Maar die inziet in de volmaakte wet, die der vrijheid is, en daarbij blijft, deze geen vergetelijk hoorder geworden zijnde, maar een dader des werks, deze, zeg ik, zal gelukzalig zijn in dit zijn doen.’ Aristoteles noemt het geheugen de boekhouder van de ziel. Bernardus van Clairvaux noemt het de maag van de ziel, omdat het dingen kan bewaren en het hemelse voedsel kan veranderen in bloed en geest. Wij kunnen veel dingen onthouden, en herinneren ons wat van geen waarde is. Cyrus kende de namen van elke soldaat in zijn geweldig grote leger. Onaangename dingen herinneren wij ons wel, maar ze zijn de moeite van de herinnering niet waard. Maar het is zoals Hieronymus zegt: ‘Hoe snel vergeten wij niet de heilige waarheden van God?’ Er zijn drie zaken die wij snel vergeten: onze fouten, onze vrienden, onze lessen. Vele christenen lijken op een zeef: stop een zeef in het water en hij is vol; haal hem eruit, dan loopt hij snel leeg. Als zij een preek aanhoren, herinneren zij 8 2 Kor. 4:4
RkJQdWJsaXNoZXIy OTA4OQ==