9789033132483

13 die woestijnjaren en ook in de eeuwen daarvoor is de Heere reeds bezig om hun het land Kanaän te geven. Zo gaat het werk van de Heere door. Ook al moet er nog strijd geleverd worden. Ook al zijn ze nog niet ín het land Kanaän. Ook al zullen ze nog vele hindernissen tegenkomen. Maar: Ik ben het land aan Mijn volk gevende. Zo wordt in het boek Jozua beschreven dat de Heere door alle onmogelijkheden en beproevingen heen bezig is Zijn volk in de rust te brengen. Gods Woord is waar en Gods werk gaat door... Deze twee korte zinnen gelden ook voor het leven van Gods kinderen: al gaat het door de diepte van de strijd, het Woord van de Heere is waar en het werk van de Heere gaat door. Hij is bezig om Zijn volk toe te bereiden voor het hemelse Kanaän der rust. Een belovend God is een vervullend God! De Heere spreekt ‘Het geschiedde nu na de dood van Mozes, de knecht des Heeren, dat de Heere tot Jozua, de zoon van Nun, Mozes’ dienaar sprak’, zo begint het boek Jozua. De Heere spreekt. Zijn Naam staat hier met vijf hoofdletters geschreven. Hij is Jehova, de God des eeds en des verbonds. Hij doet wat Hij belooft. Hij spreekt bemoedigende woorden tot de nieuwe leidsman. Na de dood van Mozes werd een rouwperiode van dertig dagen in acht genomen. Nu moet het volk weer verder. Inmiddels zijn ze bij de plaats Sittim in het Overjordaanse aangekomen. Aan de overzijde van de Jordaan ligt het Beloofde Land. In het Oude Testament sprak de Heere wel door de hogepriester via de Urim en de Thummim. Dus dan had Jozua deze woorden gehoord door tussenkomst van hogepriester

RkJQdWJsaXNoZXIy OTA4OQ==