9789033132483

15 geweest ben, zal Ik met u zijn. Ik zal u niet begeven en Ik zal u niet verlaten’ (vs. 5). God wil zeggen: Jozua, u bent hier bij Sittim aangekomen. Nog even en dan zult u de Jordaan over moeten gaan. Het volk zal het land erfelijk gaan bezitten. Maar zie eens terug, Jozua. Ik beloof u dat, zoals Ik met Mozes geweest ben, Ik met u zal zijn! Mozes was de leidsman, de leraar van Jozua. Wat heeft Jozua het duidelijk gezien: de Heere was met Mozes. Hij zag het, omdat hij altijd dicht bij Mozes in de woestijn verkeerde. Denk maar aan de strijd met Amalek bij Rafidîm. Mozes gaat de berg op, terwijl Jozua het leger moet aanvoeren. De oude knecht des Heeren heft zijn staf omhoog. Als Mozes’ handen zwaar beginnen te worden, zijn daar Aäron en Hur, die zijn handen ondersteunen. Wat heeft Jozua toen gemerkt: de Heere is met Mozes! Want als Mozes’ handen naar beneden gingen, was Amalek de sterkste, maar als Mozes zijn handen omhoog hief, had Israël de overhand en behaalde Jozua de overwinningen. Nog zo’n moment. Toen het volk bij de berg Sinaï aangekomen was, zei de Heere dat Mozes op de berg moest klimmen om daar de stenen tafelen te ontvangen. Toen mocht Jozua mee de berg Sinaï op. Jozua moest wachten totdat Mozes weer terugkwam. Enwat heeft hij toen gezien? De Heere is met Mozes! Het vel van Mozes’ aangezicht glinsterde. Het blonk, omdat Mozes iets van de achterste delen van de Heere had mogen zien. Toen heeft Jozua het heel duidelijk geweten: de Heere is met Mozes. Ik zal met u zijn Leermeester Mozes, bij wie Jozua altijd om raad kon vragen,

RkJQdWJsaXNoZXIy OTA4OQ==