9789033132483

21 Misschien denken we: dat hoeft de Heere toch niet meer tegen Jozua te zeggen? Hij is toch een kind van God, een trouwe dienaar van Mozes? Hij hoeft toch niet meer aangespoord te worden om de wetten te houden die God aan Mozes gegeven heeft?’ Toch wel, want Jozua is een gewoon mens, evenals alle andere Israëlieten. En zijn mensen niet geneigd om de geboden van de Heere te overtreden? Denk aan de geschiedenis van het gouden kalf. Mozes is een tijd op de berg en het volk valt in de zonde van de beeldendienst. Ze vergeten de Heere en verlaten Zijn wet. Jozua is ook een mens uit dat volk. Daarbij staat hij op een bijzondere plaats. Daarom moet hij zéker worden aangespoord om de wetten des Heeren te onderhouden. Hij heeft een voorbeeldfunctie voor anderen. Als Jozua de wet van God verlaat, dan heeft dat grote gevolgen. Mogelijk zal dan heel Israël de wet van de Heere verlaten. Voelen we hoe belangrijk deze aansporing is? De dringende aansporing om in de geboden des Heeren te wandelen, komt ook naar ons toe, allereerst tot de ambtsdragers, als voorgangers van het volk. Die aansporing geldt ook leerkrachten en docenten, die iedere dag met onze kinderen en jongeren omgaan: ga in het spoor van Mijn geboden, wees een voorbeeld! De aansporing is er ook voor ons als ouders, in onze gezinnen. Ja, het is een woord voor iedereen: houd Gods wet! Heel nauwkeurig ‘Alleenlijk wees sterk en hebt zeer goede moed, dat gij waarneemt te doen naar de ganse wet, welke Mozes, Mijn knecht, u geboden heeft.’ De Heere wil het als het ware op

RkJQdWJsaXNoZXIy OTA4OQ==