22 die farizeeën en schriftgeleerden, toen Johannes de Doper getuigde vanHem. Johannes zei: ‘Ik heb een stem uit de hemel gehoord: ‘Deze is Mijn geliefde Zoon; hoort Hem’ (Luk. 9:35b). Johannes heeft het gezegd: ‘Hij staat midden onder ulieden, Die gij niet kent; Dezelve is het Die na mij komt, Welke vóór mij geworden is, Wie ik niet waardig ben dat ik Zijn schoenriem zou ontbinden’ (Joh. 1:26, 27). Johannes is het, die Hem aangewezen heeft: ‘Zie, het LamGods, Dat de zonde der wereld wegneemt’ (vs. 29). Hij was een getuige, een kaars die brandde in de nacht; die iets weerkaatste van het Licht der wereld dat in de wereld verscheen. JEZUS’ ZELFGETUIGENIS En nu zegt de Heere Jezus: ‘Ik heb een heel ander getuigenis. Kijkmaar naar Mijn werken. En leg die werken naast de Schriften.’ Die werken spreken van het komen van Christus in deze wereld. In feite zegt Hij hier hetzelfde tegen de farizeeën als wat Hij gezegd heeft tegen Johannes de Doper, toen hij vanuit de kerker vroeg: ‘Zijt Gij Degene Die komen zou, of verwachten wij een ander?’ (Matth. 11:3). Zeg maar wat je ziet: ‘De blinden worden ziende en de kreupelen wandelen, de melaatsen worden gereinigd en de doven horen, de doden worden
RkJQdWJsaXNoZXIy OTA4OQ==