16 aaneenrijging van Bijbelteksten. De boodschap moet naar voren komen. In zijn boek De dienst der prediking onderscheidt dr. K. Dijk de prediking in haar praktijk vierledig: de preek in haar voorbereiding, haar architectuur, haar inhoud en vorm, en ten slotte op de preekstoel. Welnu, als we dit werkelijk serieus nemen, komt daar in de praktijk wel het een en ander voor kijken. Het geeft gelijk al aan dat de pijl verder ligt... Een tekst in zijn verband Het is een van de basisregels in de homiletiek: lees de tekst in het verband van (of naar de regel van) geheel de Schrift, het verband van het Bijbelboek en van het hoofdstuk én niet buiten de analogie (regel) van het geloof om. Het valt te betwijfelen of dat zowel in de prediking als in het gebruik van uitdrukkingen en gezegden altijd gebeurt. Voordat we iets zeggen over het belang van het verband waarin een tekst staat, is het goed om eerst te weten wat een tekst uit de Bijbel eigenlijk is. Hier schrijft dr. T. Hoekstra in zijn Gereformeerde Homiletiek kernachtig over. Een citaat uit het hoofdstuk dat handelt over het wezen van de tekst ter verduidelijking: ‘De tekst is een samenhangend geheel, een gedachtencomplex dat een eenheid vormt, waarvan het ene deel met het andere is samengeweven.’ In de bediening van het Woord behoort de hoofdgedachte van een of meer Bijbelteksten dus het onderwerp van de preek te zijn. Derhalve mag er tussen het onderwerp van de preek en de tekst waarover gepreekt wordt geen tegenstelling zijn. Met andere woorden: de preek hangt af van wat de tekst zegt, en niet andersom! De tekst is dus niet een
RkJQdWJsaXNoZXIy OTA4OQ==