9789033132544

17 soort kapstok waaraan de preek wordt opgehangen. Het komt mij voor dat dit ook van toepassing moet zijn op uitdrukkingen en gezegden.Hiermee is niet gesteld dat een Bijbeltekst en een uitdrukking of gezegde op eenzelfde lijn staan. Integendeel, een Bijbeltekst is het door de Heilige Geest geïnspireerde Woord van God, en een uitdrukking of gezegde is dat beslist niet. Toch denk ik dat wat van toepassing is op een tekst, ook gehanteerd mag en moet worden in hoe wij spreken over geestelijke zaken. Wij mogen met onze vindingrijkheid en retoriek het Woord van God nooit naar onze hand zetten. Of elke tekst van de Bijbel zich dan voor een preek leent, laten we nu rusten. Het zal echter duidelijk zijn dat de boodschap van de tekst in ieder geval het onderwerp van de preek moet zijn. Los van het verband In het kader van dit hoofdstuk is ook datgene van belang wat Hoekstra ‘afkeurenswaardig’ noemt, namelijk ‘een woord der Heilige Schrift tot tekst te nemen, hetwelk op zichzelf, los van het verband, een onwaarheid is’. De voorbeelden die hij dan noemt, spreken voor zichzelf: Genesis 3:5. Daar lezen we: ‘Gij zult als God wezen’. Of Psalm 14:1: ‘Er is geen God.’ Ook is het ‘ontoelaatbaar’ om bij de ingebruikname van een nieuw kerkorgel te preken over Job 21:12b: ‘Zij verblijden zich op het geluid des orgels.’ Waarom kan dat niet? Omdat Job dit zegt van de goddelozen, die tot God zeggen: ‘Wijk van ons, want aan de kennis Uwer wegen hebben wij geen lust’ (vs. 14). Een tekst mag dus niet een soort duikplank worden, om er vervolgens van af te springen in diepten van eigen gedach-

RkJQdWJsaXNoZXIy OTA4OQ==