21 ‘Jullie krijgen allemaal een potje inkt op je tafel,’ zegt de juffrouw. ‘En let goed op! De pen stop je er niet diep in, alleen het puntje. En let helemaal goed op dat je het inktpotje niet omstoot!’ De juffrouw van groep 3 is zo lief. Iedereen kan goed met haar opschieten. Ook mijn vriendin en ik. We hebben zin in deze tekenles. Voor het eerst iets tekenenmet inkt! Enthousiast gaan we samen aan de slag. Soms komt er nog een grote inktvlek op onze tekening, maar dat geeft niet. We hebben veel plezier. Totdat mijn vriendin een of andere rare beweging maakt. Echt helemaal per ongeluk. Ik zie hoe haar arm het inktpotje omstoot. Haar tafel wordt bijna helemaal zwart... Daarna ook haar tekening... Langzaam druipt er inkt op de grond. Ook daar komt een donkere plek. Geschrokken kijken we elkaar aan. De juffrouw doet boos. ‘Hoe kun je dat toch doen? Ga maar met je armen over elkaar zitten!’ Onthutst doet m’n vriendin het. Ik voel diep medelijden met haar. Acht jaar Steeds vaker heb ik last van angsten. Samen met mijn moeder sta ik in de speelgoedwinkel. Van mijn eigen geld mag ik wat kopen. Ik aarzel en aarzel nog meer. Eenmooie pop kijkt me aan. Ik kijk terug. De pop kost tien euro. Zal ik hem kopen? Of zal ik hem niet kopen? Weer kijk ik naar de pop. En dan naar het prijskaartje. Mijn moeder spoort me aan hem toch te kopen. Ik twijfel...Wat voel ik me bang om geld uit te geven. Maar mijn gedachten spreek ik niet uit. Uiteindelijk koop ik de pop. Als ik thuiskom, huil ik omdat ik geld heb uitgegeven. Straks word ik arm, straks krijg ik spijt dat ik de pop heb gekocht... Ik ben helemaal niet blij meer met de pop. Wat voel ik veel angst.
RkJQdWJsaXNoZXIy OTA4OQ==