9789033131301

Ds. M. Golverdingen De christen getroost 52 preken over de Heidelberger q DEN HERTOG - HOUTEN

© 2022 Den Hertog B.V. Houten ISBN 978 90 331 3130 1 Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij digitaal, elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen, of op enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.

5 Inhoud Ten geleide. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7 Zondag 1 - De troost van de christen . . . . . . . . . . . . . . . . . 9 Zondag 2 - De betekenis van de wet voor de kennis der zonde . . . 26 Zondag 3 - De belijdenis van de oorsprong der ellende . . . . . . . 42 Zondag 4 - Het antwoord op drie bedenkingen tegen Gods gerech- tigheid . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 57 Zondag 5 - Verzoening alleen door volkomen voldoening . . . . . 72 Zondag 6 - Jezus Christus, de ware Middelaar . . . . . . . . . . . . 86 Zondag 7 - Het zaligmakend geloof in Christus . . . . . . . . . . . 101 Zondag 8 - Het geloof in de Drie-enige God . . . . . . . . . . . . . 116 Zondag 9 - De belijdenis van het eerste artikel van het Apostolicum 130 Zondag 10 - Het geloof in de voorzienigheid van God . . . . . . . . 144 Zondag 11 - De belijdenis van de Zaligmaker . . . . . . . . . . . . . 159 Zondag 12 - De Naam Christus . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 174 Zondag 13 - De grootheid van Christus . . . . . . . . . . . . . . . . 189 Zondag 14 - De komst van de Middelaar in het vlees . . . . . . . . . 203 Zondag 15 - Het enige zoenoffer van Christus . . . . . . . . . . . . 216 Zondag 16 - Het sterven van Christus . . . . . . . . . . . . . . . . . 232 Zondag 17 - De kracht van Christus’ opstanding . . . . . . . . . . . 248 Zondag 18 - De hemelvaart van Koning Jezus . . . . . . . . . . . . . 263 Zondag 19 - De koninklijke heerlijkheid van de verhoogde Christus. 278 Zondag 20 - De Heilige Geest en Zijn werk . . . . . . . . . . . . . . 294 Zondag 21 - De vergadering van de ware Christgelovigen . . . . . . 310 Zondag 22 - De heerlijke erfenis van Gods Kerk . . . . . . . . . . . 326 Zondag 23 - De vrijspraak van de zondaar in Christus . . . . . . . . 339 Zondag 24 - De bezwaren tegen de rechtvaardiging weerlegd . . . . 355 Zondag 25 - De bediening van de Heilige Geest . . . . . . . . . . . 368

6 inhoud Zondag 26 - De Heilige Doop en het offer van Christus . . . . . . . 384 Zondag 27 - De handhaving van de bijbelse leer van de Heilige Doop 399 Zondag 28 - Het bijbelse getuigenis aangaande het Avondmaal . . . 415 Zondag 29 - De tegenwoordigheid van Christus in het Heilig Avond- maal . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 431 Zondag 30 - De valse en de ware Avondmaalsviering . . . . . . . . . 445 Zondag 31 - De macht van de sleutel in de christelijke gemeente . . 462 Zondag 32 - De onmisbaarheid van de goede werken . . . . . . . . . 478 Zondag 33 - De belijdenis van de ware bekering . . . . . . . . . . . 492 Zondag 34 - De wet des Heeren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 507 Zondag 35 - De dienst van God naar Zijn Woord . . . . . . . . . . . 522 Zondag 36 - Het derde gebod . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 536 Zondag 37 - De rechtmatige eed . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 551 Zondag 38 - De heiliging van de dag des Heeren . . . . . . . . . . . 566 Zondag 39 - De vervulling van het vijfde gebod in de Heere . . . . . 581 Zondag 40 - Gods gebod tegen de doodslag . . . . . . . . . . . . . . 596 Zondag 41 - De heiligheid van het huwelijk . . . . . . . . . . . . . . 610 Zondag 42 - De Heere en onze bezittingen . . . . . . . . . . . . . . 625 Zondag 43 - De eis die de Heere aan ons spreken stelt . . . . . . . . 639 Zondag 44 - De christen en de wet . . . . . . . . . . . . . . . . . . 654 Zondag 45 - De biddende christen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 670 Zondag 46 - De aanspraak in het Onze Vader . . . . . . . . . . . . . 685 Zondag 47 - De bede om de heiliging van Gods Naam . . . . . . . . 699 Zondag 48 - Het gebed om de komst van het Koninkrijk Gods . . . 713 Zondag 49 - De derde bede . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 728 Zondag 50 - Het gebed om ons dagelijks brood . . . . . . . . . . . . 742 Zondag 51 - De bede om vergeving . . . . . . . . . . . . . . . . . . 756 Zondag 52 - Het einde van het volmaakte gebed . . . . . . . . . . . 770

7 Ten geleide De catechismuspreken in deze uitgave heeft mijn vader uitgesproken in de gemeente van Ridderkerk-Slikkerveer in de jaren 1990-1992. MevrouwM. Eikelboom-van der Linden typte deze preken voor zichzelf uit, om er geestelijk onderwijs door te krijgen. Bij elkaar heeft ze vijftig preken uitgetikt en de diskette met preken enige tijd daarna aanmijn vader gegeven. Later gaf mijn vader de diskette met preken aan mij met de opdracht ze zorgvuldig te bewaren en de preken op te slaan, zodat ze ooit gebruikt zouden kunnen worden. Hij wilde echter niet dat er tijdens zijn leven een catechismusverklaring van zijn hand zou verschijnen. Als familie hadden wij er geen goed gevoel bij dat de preken ongebruikt zouden blijven. Toen wij uitgeverij Den Hertog vertelden dat we deze preken hadden liggen, besloot deze uitgever om ze uit te geven. Wij zijn daar als familie heel blij mee. Wat de inhoud van de preken betreft, kunnen we ons helemaal vinden in de prachtige typering van de preken op de achterzijde van deze catechismusverklaring: ‘In de behandeling van de Heidelberger is vooral ook aandacht voor het persoonlijke bevindelijke leven. Ieder wordt aangesproken, in de ontdekking van het gemis, maar ook tot troost van Gods kinderen. Onbekeerdenworden hartelijk en liefdevol vermaand hun zondige weg te verlaten en genodigd tot het heil in Christus. Gods kinderen ontvangen onderwijs op de levensweg.’ Vader besprak elk jaar bij elke catechismuszondag weer andere thema’s. Hij hield goed bij wat hij in voorgaande jaren de gemeente had meegegeven aan onderwijs, om daardoor niet in herhaling te vervallen, maar elke keer weer nieuw onderwijs te geven. Naast mevrouw Eikelboom zijn we ook erg veel dank verschuldigd aan de vriend van onze vader, de heer C. Bregman, die de preken allemaal heeft door-

8 ten geleide gelezen, geredigeerd enwaar nodig gecorrigeerd.Deze vriendendienst wordt door de familie zeer gewaardeerd. OokmevrouwL.C. de Visser-Minderhoud danken we voor het uitwerken van de twee ontbrekende catechismuszondagen. Onze dank gaat ook uit naar de heer J. Versloot, redacteur van uitgeverij Den Hertog, voor het begeleiden van deze uitgave. Wij zijn als familie dankbaar dat de evenwichtige preken die vader uitsprak, nu voor de gemeenten beschikbaar komen.We hopen en bidden dat er velen door tot bekering mogen komen en dat er onderwijs mag zijn voor jong en oud. Namens de familie Golverdingen, A. Golverdingen Dordrecht, juli 2021

9 z o n d a g 1 De troost van de christen Zingen: Psalm 97:7 Schriftlezing: Handelingen 16:14-34 Zingen: Psalm 119:25 en 29 Zingen: Psalm 121:2 en 4 Zingen: Gebed des Heeren:9 Gemeente, Het werk dat Paulus en Silas in de grote stad Filippi in Griekenland mogen verrichten, is niet zonder beproeving gebleven.Want als zij op een dag in de NaamvandeHeere JezusChristus dewaarzeggende geest hebbenuitgedreven uit een slavin, breekt de vijandschap van de bewoners los. De eigenaar van de slavin ziet zich in één keer een belangrijke bron van inkomsten ontvallen en hij sleept Paulus en Silas voor de rechters van de stad. De mannen worden gegeseld en in de gevangenis geworpen. Ze komen terecht in de binnenste kerker – wij zouden dat de verblijfplaats voor zware criminelen hebben genoemd – een diep, vunzig hol.Daar liggen ze dan, in de weinig hygiënische omgeving van die tijd. Daar liggen ze met hun opengereten ruggen en met de benen in een houten voetblok. En dan staat er zo tekenend in het voorgelezenBijbelgedeelte: ‘En omtrent de middernacht baden Paulus en Silas en zongen Gode lofzangen.’ Er staat niet dat deze twee zendelingen direct gezongen hebben, toen ze in de gevangenis werden geworpen. Toen heeft de pijn hen in beslag genomen. Toen zal de vorst der duisternis zijn felle pijlen op hen hebben afgevuurd: Is dat nu Gods weg in Filippi? Wat komt er van de opbouw van een christelijke gemeente op deze manier terecht? ‘Waar is God op Wien gij bouwdet, en aan Wie g’ uw zaak vertrouwdet?’ Die toestand van pijn, moeite, aanvechting en strijd moet uren hebben geduurd, want er staat heel tekenend in dit hoofdstuk: ‘omtrent middernacht’. Midden in de nacht veranderde alles. Enwat veranderde er dan?Wel, deHeere kwamover. De Geest der genade en der gebeden greep die twee mannen aan.

10 zondag 1 DeHeere tilde henuit de strijd en aanvechting, en zemochtenoveral overheen zien. Ze mogen zózeer overal overheen zien, dat ze hardop beginnen te bidden.En die gebeden eindigen in lofzangen.DeHeere zet hen op de hoogte van het loflied, ze beginnen ZijnNaam te prijzen. Daar in de gevangenis,midden in de nacht, zingen ze voor de oren van alle medegevangenen van de troost die hun hart vervult. Ook in deze verschrikkelijke omstandigheden mogen ze getuigen dat zij het eigendomvan de Heere Jezus Christus geworden zijn. Die troost geeft psalmen, ook in de nacht. Over die troost spreekt Zondag 1 van de Heidelbergse Catechismus, waarbij we met de onmisbare hulp des Geestes nader willen stilstaan. Uitgangspunt van de prediking is dus Zondag 1 van onze Heidelberger. We lezen de vragen en antwoorden 1 en 2: Vraag 1: Wat is uw enige troost, beide in het leven en sterven? Antwoord: Dat ikmet lichaamen ziel, beide in het leven en sterven, nietmijn, maar mijns getrouwen Zaligmakers Jezus Christus eigen ben, Die met Zijn dierbaar bloed voor al mijn zonden volkomenlijk betaald en mij uit alle heerschappij des duivels verlost heeft, en alzo bewaart, dat zonder den wil mijns hemelsen Vaders geen haar van mijn hoofd vallen kan, ja ook, dat mij alle ding tot mijn zaligheid dienen moet; waarom Hij mij ook door Zijn Heiligen Geest van het eeuwige leven verzekert, enHemvoortaan te leven van harte willig en bereid maakt. Vraag 2: Hoeveel stukken zijn u nodig te weten, opdat gij in dezen troost zaliglijk leven en sterven moogt? Antwoord: Drie stukken. Ten eerste: hoe groot mijn zonden en ellende zijn. Ten andere: hoe ik van al mijn zonden en ellende verlost worde. En ten derde: hoe ik Gode voor zulke verlossing zal dankbaar zijn. Gemeente, wij staan samen stil bij de troost van de christen, en we overdenken die troost aan de hand van een viertal gedachten:

11 de troost van de christen 1. Een geheel enige troost; 2. Een allesomvattende troost; 3. Een blijvende troost; 4. Een verkrijgbare troost. De troost van de christen is in de eerste plaats een geheel enige troost: ‘Dat ik niet mijn,maar mijns getrouwen Zaligmakers Jezus Christus eigen ben…’ In de tweede plaats: een allesomvattende troost: ‘Diemet Zijn dierbaar bloed voor al mijn zonden volkomenlijk betaald en mij uit alle heerschappij des duivels verlost heeft…’ In de derde plaats: een blijvende troost: ‘Ja ook, dat mij alle ding tot mijn zaligheid dienen moet, waaromHij mij ook door Zijn Heilige Geest van het eeuwige leven verzekert enHem voortaan te leven van harte willig en bereid maakt.’ En ten slotte: een verkrijgbare troost: ‘Hoeveel stukken zijn u nodig teweten, opdat gij in deze troost zalig leven en sterven moogt?’ 1. Een geheel enige troost Gemeente, deHeidelberger vraagt in deze eerste Zondagsafdeling naar uwen mijn troost, beide in leven en sterven. Ieder mens heeft immers troost nodig. In het paradijs zijn we allen zo ontzettend diep gevallen. Door onze afkeer van de levende God zijn de moeiten en het verdriet, de zonde en de dood in de wereld gekomen.We zijn door onze val in Adam alle ware blijdschap, alle echte vrede, alle rust in God kwijtgeraakt. Zoals we leven in onze onwedergeboren staat, zijn we mensen die elk ogenblik zouden moeten vrezen dat de heilige en rechtvaardige God ons in een ogenblik voor Zijn rechterstoel kan dagen om rekenschap te geven van ons zondige bestaan. Natuurlijk is het niet zo dat een gevallen mens, die God niet kent en niet naar Hem vraagt, een innerlijke en blijvende rust bezit. Die rust zijn we kwijt en daarom zie je de mensen in deze wereld door de eeuwen heen op een koortsachtige wijze op zoek naar de een of andere troost. Een troost die kan worden ingezet tegenover moeiten en verdriet; tegenover ziekte, ellende en de dood. Wij mensen proberen ons op alle mogelijke manieren te troosten met allerlei zaken.

12 zondag 1 Gemeente, het is altijd goed omeen antwoord te geven tussen deHeere en ons hart. Waarin zoekt u uw troost? In de achting en de eer van mensen? Sloven we ons ervoor uit om door anderen geprezen te worden, of zoeken we onze troost in geld en goed? Wij mensen zijn in staat om als blinde mollen door de aarde te wroeten vanuit de overweging dat geld de arbeid verzoet en ons hart kan troosten. Waar zoeken we onze troost in? In het hebben en dragen van schitterende sieraden en het met heel veel smaak uitzoeken van mooie kleding? Waar zoeken we onze troost in als we kunstzinnige gaven hebben? In de orgelmuziek vanBach? In schitterende schilderijen van onze oudemeesters? Is dat het wat ons hart in beslag neemt, waarin we onze troost zoeken? Natuurlijk is het zo dat er in die dingen door Gods algemene goedheid een zeker genoegen mag liggen, maar het biedt geen blijvende troost. Het kan ons niet ten volle troosten, maar in onze blindheid denken wij dat wel en gaan we in dat soort zaken op! Maar, waar we onze troost ook zoeken, altijd weer zal het woord van de wijze Salomo vervuldworden: ‘Het hart zal ook in het lachen smart hebben en het laatste van die blijdschap is droefheid.’ Hoe vaak is het niet zo dat er in het leven achter een zekere opgeruimdheid een diepe droefheid schuilgaat.Wij mensen zien maar aan wat voor ogen is. Veel opgewektheid is maar voorgewend en is alleen het gordijn dat hangt voor de moeite en het verdriet in het leven. Nogmaals, gemeente, het is goed omde vraag die de Catechismus aan de orde stelt, in de allereerste plaats te beantwoorden tussen de Heere en ons hart. U moet antwoord geven. Welke troost denkt u te hebben aan uw uitstekende maatschappelijke positie, wanneer u door een ongeneeslijke ziekte op bed terechtkomt? Welke troost denken wij te hebben aan de liefde van onze man of onze vrouw, als de vrees voor de toorn Gods ons aangrijpt in ons uiterste? Gemeente, daarom is die vraag zo treffend en zo diepingrijpend. Wat is úw enige, wat is uw geheel enige, unieke troost in leven en sterven beide? Er is geen persoonlijker vraag te bedenken en het heeft ook geen enkel nut om te weten wat de troost van een ander is, als we zelf aan die troost geen deel hebben. Er is niets persoonlijker dan zalig worden. Er is niets persoonlijker dan met God in rekening staan. Habakuk zegt het al: ‘De rechtvaardige zal door zijn geloof leven.’

RkJQdWJsaXNoZXIy OTA4OQ==