11 – 1 – Onderwijs over het ware geluk Met Gods hulpwillenwe stilstaan bij de eerste twee verzen van Psalm 32. Daar lezen wij deze woorden: Een onderwijzing van David. Welgelukzalig is hij wiens overtreding vergeven, wiens zonde bedekt is. Welgelukzalig is de mens, dien de Heere de ongerechtigheid niet toerekent, en in wiens geest geen bedrog is. Heel deze psalmheeft als doel onderwijs te geven. Vanuit onze tekst zijn er drie zaken waarover David onderwijs geeft. In de eerste plaats wordt er onderwijs gegeven over het ware geluk. Tweemaal staat daar het woord ‘welgelukzalig’. In de tweede plaats wordt er onderwijs gegeven over de inhoud van de zonde.Drie verschillendewoorden voor ‘zonde’worden in deze tekst gebruikt.Het gaat over overtreding in vers 1.Aan het eind van vers 1 gaat het over het woord ‘zonde’. In vers 2 gaat het over ‘ongerechtigheid’. In de derde plaats is er onderwijs over de inhoud van de vergeving der zonden. Ook daarvoor worden er in onze tekst drie verschillende begrippen gebruikt. Leest u maar mee: ‘Wiens overtreding vergeven’; dat is het eerste woord als het gaat over de vergeving. ‘Wiens zonde bedekt is’; het tweede woord als het gaat over de vergeving. En in het tweede vers: ‘Dien de Heere de ongerechtigheid niet toerekent’; het derde woord over de vergeving.
RkJQdWJsaXNoZXIy OTA4OQ==