9789033131479

7 Inhoud Ten geleide . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 11 1. De Heere mijn Herder . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 13 Psalm 23:1: ‘De Heere is mijn Herder, mij zal niets ontbreken.’ 2. De onwil om tegen God te zondigen . . . . . . . . . . . . 24 Genesis 39:9: ‘Hoe zou ik dan dit een zo groot kwaad doen en zondi- gen tegen God?’ 3. Een brief van de trouwe en waarachtige Getuige . . . . . 46 Openbaring 3:14-17: ‘En schrijf aan den engel van de gemeente der Laodicenzen: Dit zegt de Amen, de trouwe en waarachtige Getuige, het Begin der schepping Gods: Ik weet uw werken, dat gij noch koud zijt, noch heet; och, of gij koud waart of heet! Zo dan, omdat gij lauw zijt, en noch koud noch heet, Ik zal u uit Mijn mond spuwen. Want gij zegt: Ik ben rijk, en verrijkt geworden, en heb geens dings gebrek; en gij weet niet, dat gij zijt ellendig en jammerlijk en arm en blind en naakt.’ 4. Uw weg was in de zee . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 60 Psalm 77:20: ‘Uw weg was in de zee, en Uw pad in grote wateren, en Uw voetstappen werden niet bekend.’ 5. Een plaats voor het woord van Christus . . . . . . . . . 71 Johannes 8:37: ‘Maar gij zoekt Mij te doden, want Mijn woord heeft in u geen plaats.’ 6. Leven door het geloof . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 89 Galaten 2:20: ‘En hetgeen ik nu in het vlees leef, dat leef ik door het geloof des Zoons Gods.’

RkJQdWJsaXNoZXIy OTA4OQ==