9789033131530

10 Heere. Zij spraken over de dienst des Heeren en over het hemelleven. Het verbrak zijn hart zó, dat hij besefte: die vrouwen zijn gelukkig, en ik ben ongelukkig... En zo ging hij naar de kerk, de baptistenkerk in zijn stadje. En daar, tijdens het luisteren naar die predikant, werd de kennis van zijn zondestaat voor God gewerkt. Heel diep heeft hij de dwaasheid van zijn hart leren kennen en de verschrikkingen van Gods oordeel over de goddelozen. Bunyan wist onder die prediking wat het betekent om verdoemelijk voor God te staan. Bekering In het eerste stukje uit De Christenreis zie je als het ware iets van deze bekering van John Bunyan oplichten. Een man, met een pak op zijn rug van schuld voor God, in de beleving van zijn hart. Soms ervaarde Bunyan onder de prediking van zijn dominee John Gifford weleens een bemoediging en een vertroosting. Een keer werd hij vertroost met de woorden uit Lukas 14:22: ‘...en nog is er plaats’. Onder die prediking besefte hij dat er ook voor hem nog de mogelijkheid was van zalig worden. Ook kon hij een preek van zijn predikant over het Hooglied niet vergeten. Daar hoorde hij de liefelijke stem van Christus doorklinken in zijn hart. Het gesprek van de drie vrouwen

RkJQdWJsaXNoZXIy OTA4OQ==