9789033131554

5 Ds. C. Harinck De Apostolische Geloofsbelijdenis uitleg van de twaalf artikelen i DEN HERTOG – HOUTEN

6 Afbeelding omslag: fresco in de catacomben van Domitilla te Rome – Avondmaal (2e eeuw) © 2022 Den Hertog B.V., Houten ISBN 978 90 331 3155 4 Alle rechten voorbehouden.Niets uit deze uitgavemagworden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vormof op enige wijze, hetzij digitaal, elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen, of op enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.

7 Woord vooraf De Apostolische Geloofsbelijdenis is een van de centrale geloofsbelijdenissen van het christendom. Hoe verschillend kerken ook zijn, zij belijden alle hun geloof met dit Apostolicum. Een veel gebruikte aanhef tot het uitspreken van deze belijdenis is dan ook: ‘In gemeenschap met de kerk van alle tijden en plaatsen belijden we ons geloof.’ We spreken daarmee onze verbondenheid uit met de kerk van alle eeuwen. De Apostolische Geloofsbelijdenis is een erfenis van de Vroege Kerk, en des te waardevoller omdat ze is bezegeld met het bloed van vele martelaren. De gehele christelijke leer, alles wat een christen gelooft, wordt in de Apostolische Geloofsbelijdenis beleden. Deze leer kennen, belijden en geloven is dan ook van het hoogste belang. Vandaar mijn poging om de Twaalf Artikelen voor u uit te leggen. Zij worden beleden met de aanhef: ‘Ik geloof!’ In een wereld die vervreemd is vanGod, zegt de christen: ik geloof! De christen belijdt met de mond en gelooft met het hart. Bij de uitleg van ieder artikel heb ik vragen toegevoegd, zodat dit boek ook kan worden gebruikt door studiekringen en verenigingen. Daarnaast kan dit boek steun bieden bij de catechese. Moge deze uitleg ertoe bijdragen dat wij inderdaad met de kerk der eeuwen ons geloof belijden met de mond, en het geloven met ons hart tonen in onze wandel. december 2021 ds. C. Harinck

22 a r t i k e l 1 Ik geloof in God de Vader, de Almachtige, Schepper des hemels en der aarde. De Apostolische Geloofsbelijdenis begint met: Ik geloof... Het begint niet met: ik begrijp en daarom geloof ik. De christen zegt: ik geloof, daarom begrijp ik. Geloven komt eerst en begrijpen volgt. David zegt: ‘Ik heb geloofd, daarom sprak ik’ (Ps. 116:10). Wat is dat tegenovergesteld aan de moderne cultuur! De moderne mens gelooft alleen wat hij kan bewijzen. En daarom begrijpt hij zo weinig. Maar het geloof in Gods Woord verstaat wat de rede niet begrijpt, namelijk hoe de wereld is ontstaan. ‘Door het geloof verstaan wij, dat de wereld door het woord Gods is toebereid, alzo dat de dingen die men ziet, niet geworden zijn uit dingen die gezien worden’ (Hebr. 11:3). Het geloven gaat voorop, het belijden en verstaan volgt! DeApostolische Geloofsbelijdenis redeneert en filosofeert niet, en is niet geïnteresseerd in meningen of opvattingen. Het zegt: Ik geloof. Het gaat om credo, omwat de christen gelooft.DeApostolische Belijdenis begint ook niet met: Wij geloven.Het gaat omde belijdenis van een persoonlijk geloof in God. Tegelijk belijden we dit geloof met anderen, ja,met de kerk der eeuwen.Met de woorden Ik geloof voegen we onze stem bij het grote koor van alle gelovigen van alle eeuwen en plaatsen. Het persoonlijk geloof wordt gezamenlijk beleden. De christelijke kerk is een belijdende kerk. In dit licht wilde Calvijn niet alleen dat de gemeente een zingende gemeente zou zijn, en dit door middel van de liederen die God aan Zijn kerk heeft gegeven, namelijk de psalmen. Hij wilde ook dat de gehele gemeente de twaalf artikelen van de Apostolische Belijdenis zou reciteren en opzeggen in de samenkomst van de gemeente zodat als uit één mond zou klinken: Ik geloof.

23 Ik geloof in God Hoewel ieder mens het besef heeft dat er een hoger wezen is, zeggen velen: ‘Er is geen God.’ Het komt voort uit de weigering om God boven zich te erkennen, Zijn gezag te aanvaarden en Hem de eer te geven die Hem toekomt. De wortel van godsontkenning en atheïsme is het zelf willen beslissen over goed en kwaad. Men wil boven zich geen God Die in Zijn wet zegt: gij zult en gij zult niet. De ontkenning van het Godsbestaan gaat in tegen wat het hart van ieder mens zegt en wat de gehele schepping verkondigt. Vanouds is dan ook gezegd dat de uitspraak ‘er is geen God’ meer een wens is dan een werkelijk geloof. Maar de christen belijdt: Ik geloof in God. De oorzaak van dit geloof in God is niet gelegen in het feit dat de gelovige intelligenter is dan de ongelovige, maar in het getuigenis van God in onze harten, dat er een enig, eeuwigWezen is Dat wij God noemen.God bewijst Zichzelf in de schepping, in ons hart en in ons geweten. Ik denk dat we niet beseffen wat een grote genade het is om waarlijk in God te geloven. We zeggen zo gemakkelijk: ik geloof in God. Maar het is genade om echt in God te geloven! Hoe kan de christen zo zeker zijn omtrent God en Zijn bestaan? Niet omdat hij kan bewijzen dat God bestaat, maar omdat God Zich heeft geopenbaard in de schepping.Daaromwordt eraan toegevoegd: Schepper van de hemel en van de aarde. Toen Paulus op de Areopagus in Athene, omringd door Griekse filosofen, moest vertellen wat de nieuwe godsdienst die hij verkondigde inhield, begon hij met te spreken over God. God was zijn onderwerp. Hij zei: ‘De God, Die de wereld gemaakt heeft en alles wat daarin is,Deze zijnde eenHeere des hemels en der aarde, woont niet in tempelen met handen gemaakt; en wordt ook van mensenhanden niet gediend als iets behoevende, alzoHij Zelf allen het leven en den adem en alle dingen geeft’ (Hand. 17:24, 25). Hij wierp daarmee hun gehele theologie en denken over God omver. De Grieken en Romeinen geloofden in vele goden, de ene hoger dan de andere. Maar Paulus sprak over de God. ‘De God, Die de wereld

24 gemaakt heeft.’ De enige ware God, de Schepper van hemel en aarde. Hij wierp daarna een andere gedachte van de Grieken over God en de goden omver door te zeggen: ‘...woont niet in tempelenmet handen gemaakt.’ De Grieken geloofden dat in de ene tempel Apollo en in de andere tempel Artemis of Hermes woonde. Maar de ware God is niet in een tempel te vangen. Hij corrigeerde vervolgens nog een gedachte van deGrieken overGod en de goden, door te zeggen: ‘En wordt ook van mensenhanden niet gediend...’ Grieken en de meeste volken hadden de idee dat de goden leefden vanwat zij hun offerden.Maar Paulus sprak niet over een god die afhankelijk is vanmensen.Hij verkondigde het tegenovergestelde. Hij sprak over God, Die ‘allen het leven en den adem en alle dingen geeft’. Paulus verkondigde hun de ware God, de Schenker en Onderhouder van alle leven. De God, Die zelf-bestaand is en boven al het geschapene staat. De Schepper van de hemel en de aarde. In het midden van de geleerden en filosofen van de Grieken begon Paulus zijn evangeliserende boodschap met te spreken over God! God de Schepper en Onderhouder van alles wat is en leeft. Het uitgangspunt van Paulus was God! Uit alles blijkt dat de apostel het van het hoogste belang achtte dat zijn luisteraars een juiste kennis van God hadden, zo verschillend van hoe zij gewoon waren te denken. Paulus geloofde dat hoe zijn luisteraars dachten over God, bepalend zou zijn voor hoe zij dachten over zichzelf en hun werkelijke nood, de verzoening met die God. Het is de bekende uitspraak van Calvijn: ‘Niemand kan zichzelf aanschouwen als hij niet ook meteen zijn aandacht richt op de aanschouwing van God in Wie hij leeft en zich beweegt.’ Calvijn vindt dat je eerst omhoog moet kijken naar God, en daarna moet afdalen om jezelf te bezien. Zo alleen leer je kennen wie je bent. We hebben een juiste kennis van God nodig. Daarom begon Paulus met God en daarom begint ook de Apostolische Geloofsbelijdenis met God. Ik geloof in God de Vader, de Almachtige, Schepper des hemels en der aarde. Het eerste wat de christen in de heidense wereld wilde belijden was: God! De ware God, Schepper van hemel en aarde. Ik

25 geloof in God is het uitgangspunt voor geloof. De Drie-enige God De christen gelooft in God. Echter niet zomaar in alles wat mensen god noemen. De christen gelooft in een bepaalde God, namelijk in God de Vader, God de Zoon enGod de Heilige Geest.Het is eenGod met een bepaalde identiteit. Het is een Drie-enige God! Dit beluisterden de christenen in de zegen die de apostelen aan het einde van hun brieven over de gemeenten uitspraken: ‘De genade van den Heere Jezus Christus en de liefde Gods en de gemeenschap des Heiligen Geestes zij met u allen’ (2 Kor. 13:13). Dit hoorden zij in Jezus’ bevel om te dopen in de Naam van de Vader, de Zoon en de HeiligeGeest.DeApostolischeGeloofsbelijdenis spreekt daaromvan God de Vader, God de Zoon en God de Heilige Geest. Wij refereren daarom aan de Apostolische Geloofsbelijdenis als een trinitarische belijdenis. Ze vindt haar oorsprong in wat de dopelingen, voordat zij gedoopt konden worden, moesten belijden omtrent God de Vader, God de Zoon en God de Heilige Geest. De gehele catechese aan de catechumenen, de doopkandidaten, was gebaseerd op de leer van de Drieeenheid.Als voorbeeldmag dienenwat Irenaeus schreef in de tweede eeuw: ‘Dit dan is de regel van ons geloof. God, de Vader, niet gemaakt, niet materieel, onzichtbaar, de enige God, de Schepper van alle dingen. Dit is het eerste punt van ons geloof. Het tweede punt is dit: hetWoord vanGod, de Zoon vanGod, Christus Jezus, onzeHeere,Die bekendwerd aan de profeten overeenkomstig de methode van de bedeling van de Vader, doorWien alle dingen zijn gemaakt. Die Mens is geworden onder de mensen, zichtbaar en tastbaar, opdat Hij de dood zou tenietdoen en het leven aan het licht zou brengen en verzoening tussen God en mens zou voortbrengen. En het derde punt is: deHeiligeGeest, doorWien de profeten hebben gesproken en de vaderen de dingen omtrent God zijn geleerd en de

26 rechtvaardigen geleid werden in de weg van de gerechtigheid. Die aan het einde van de oudtestamentische tijd op een nieuwe manier op de mensheid werd uitgestort, de mens vernieuwende tot God.’ (Irenaeus, Demonstratio apostolicae veritatis, Dem. 6). Dit wijst wel duidelijk aan dat de Drie-eenheid centraal stond in het christelijk belijden. We vinden dit dan ook terug in de Apostolische Geloofsbelijdenis. De Drie-enige God ligt ten grondslag aan de structuur van de Apostolische Geloofsbelijdenis. Het is het geloofsantwoord op de Godsopenbaring in de Bijbel.God heeft Zich in Zijn Woord geopenbaard als bestaande in drie Personen: Vader, Zoon en Heilige Geest. God is Drie-enig. Ik geloof in God, zegt de Apostolische Geloofsbelijdenis. De christen gelooft in God! En wel in God de Vader, God de Zoon en God de Heilige Geest. De christen gelooft in de Drie-enige God. Dit roept bij ons vragen op.Hoe kunnenwe over het bestaan van één God spreken en tegelijk drie Personen in deze Godheid onderscheiden? Verval je dan niet tot een geloof in drie goden, terwijl er toch maar één énig God is? De islam bestrijdt om die reden de christelijke leer van de Drie-eenheid. Zij stellen dat Allah geen medegenoten heeft. Allah is enig en alleen. De christen belijdt echter te geloven in eenDrie-enig God. Dit gelovenwe niet omdat we dit kunnen begrijpen, maar omdat God Zich in Zijn Woord alzo heeft geopenbaard. Schriftbewijzen De Bijbel spreekt ook over onderscheiden personen in de Godheid. We kunnen hierbij denken aanGenesis 1:26: ‘EnGod zeide: Laat Ons mensen maken, naar Ons beeld, naar Onze gelijkenis.’ God spreekt hier in het meervoud over Zichzelf.We beluisteren hier overleg tussen de drie Goddelijke Personen over de schepping van de mens. In Psalm110 spreekt de eneHeere tot de andereHeere. ‘De Heere heeft tot mijn Heere gesproken: Zit aan Mijn rechterhand, totdat Ik Uw vijanden gezet zal hebben tot een voetbankUwer voeten’ (Ps. 110:1). Dit wijst ook opmeer dan één persoon in deGodheid. Bij Jezus’ doop

27 kwamwel heel duidelijk naar voren dat er in God drie Personen zijn. De Zoon werd gedoopt, de Vader sprak uit de hemel en de Heilige Geest daalde op Jezus neer onder de gedaante van een duif (Matth. 3). IndeBijbel treden tweewaarhedenomtrentGodduidelijknaar voren. De eerste waarheid is dat er maar één enig God is. ‘Hoor, Israël, de Heere, onze God, is een enig Heere’ (Deut. 6:4).Het is het bekende ‘sjema’ van de Joden. De tweede waarheid is dat de Schriften leren dat in de Godheid drie onderscheiden Personen zijn. ‘Want Drie zijn er Die getuigen in den hemel: de Vader, het Woord en de Heilige Geest; en deze Drie zijn één’ (1 Joh. 5:7). Op grond van deze schriftgegevens belijdt de christelijke kerk dat God één is inWezen en drie is in Personen. Het is een waarheid die misschien niet tegen onze rede is, maar toch ons bevatten te boven gaat. Calvijn en andere theologen leren ons dat er twee zaken zijn die voor het verstaan van Gods Drie-eenheid belangrijk zijn. De eerste waarheid is dat God in de eeuwigheid geen eenzaam God was. Er waren Vader, Zoon enHeilige Geest. Zij vonden in elkaar het hoogste geluk.God heeft dan ook geenmensen geschapen omdat Hij eenzaam was, maar omdat Hij hen in Zijn heerlijkheid wilde laten delen. In tegenstelling tot de Allah van de islam, die opgesloten is in zijn kille eenzaamheid, is de God van de Bijbel Drie-enig. Allah kent niet de warmte van een relatie, maar de God van de Bijbel is de God van relatie. Hij kent in Zichzelf de relatie van de drie Personen en Hij kent een relatie met mensen en engelen. De tweede waarheid is dat de leer van de Drie-eenheid verbonden is met onze verlossing en zaligheid. In de apostolische brieven wordt steeds gesproken over de liefde vanGod de Vader, de genade van onze Heere Jezus Christus en de gemeenschap van deHeiligeGeest. Indien God niet Drie-enig was, zou er geen God de Vader kunnen zijn, Die de Zoon in de wereld heeft gezonden. Er zou geenGod de Zoon kunnen zijn, Die de menselijke natuur heeft aangenomen en in de plaats van Zijn gemeente voor de zonde op Golgotha heeft voldaan. Er zou geen God de Heilige Geest kunnen zijn om in ons te wonen, ons te heiligen en ons de goederen die Jezus heeft verworven deelachtig te

28 maken. De Drie-eenheid staat in verband met onze verlossing: God de Vader heeft tot de zaligheid van mensen besloten, God de Zoon heeft onze zaligheid tot stand gebracht, God de Heilige Geest maakt ons de zaligheid deelachtig.De God van de zaligheid is de Drie-enige God. De Drie-eenheid is de fundamentele werkelijkheid van het christelijk geloof. Daarom eren wij de eenheid in de Drieheid en de Drieheid in de eenheid. God is Vader Ik geloof inGod de Vader – het is het eerstewat deApostolischeGeloofsbelijdenis omtrent God zegt. Het vaderschap behoort bij God. De Bijbel kent geen onpersoonlijke God, geen in afzondering levende Allah.De Bijbel spreekt over eenGodDie Vader is. Enwel in de eerste plaats Vader van Zijn Zoon Jezus Christus. Petrus zegt: ‘Geloofd zij de God en Vader van onzen Heere Jezus Christus’ (1 Petr. 1:3). In de Godheid is een relatie als tussen een vader en een zoon. Aan de ene kant mogen we hier denken aan de relatie die bestaat tussen een aardse vader en een zoon. De Bijbel doet dat ook en zegt: ‘Gelijk zich een vader ontfermt over de kinderen, ontfermt Zich de Heere over degenen die Hem vrezen’ (Ps. 103:13). Anderzijds hebben wij het hier over de Eeuwige. Het vaderschap vanGod stijgt uit boven het menselijk vaderschap, dat een begin kent. Gods vaderschap is nooit begonnen en het zal nooit eindigen, het is eeuwig. We moeten hier niet in beelden van tijd denken, alsof er een tijd was waarin de Vader er wel was,maar de Zoon nog niet.God de Vader is nooit zonder God de Zoon geweest, nochGod de Zoon zonder God de Vader.De Schrift zegt over het eeuwige bestaan van de Zoon: ‘De Heere bezat Mij in het beginsel Zijns wegs, vóór Zijn werken, van toen aan’ (Spr. 8:22). Johannes vertelt ons dat de Zoon van God, vóór Zijn komst in ons vlees, in de schoot van Zijn Vader was. ‘Niemand heeft ooit God gezien; de eniggeboren Zoon, Die in den schoot des Vader is, Die heeft Hem ons verklaard’ (Joh. 1:18).Wij kennen God de Vader door Jezus Christus, Zijn Zoon, Die Hem ons heeft verklaard. Jezus is de duidelijkste spiegel waarinwij God kunnen zien.Hij kon zeggen: ‘Die

RkJQdWJsaXNoZXIy OTA4OQ==