9789033131639

14 ingeklommen. Nee, ze zijn door die poort ingegaan. Ach, zoals die kleine stad torens heeft, zo komt de Naam des Heeren een sterke toren te zijn voor de Zijnen (Spr. 18:10).Ach, zoals demuren van die stad, geliefden, zo komt de Heere voor Zijn volk en Zijn kinderen te zijn een vurige Muur rondom. En die wallen brengen ons naar de Goddelijke verkiezing van eeuwigheid, waar een volk verkoren komt te zijn. Dat volk is de Kerk des Heeren, die in die kleine stad gebracht is, waar deze grote koning, de duivel met al zijn trawanten, het nu altijd op gemunt heeft. De eerste gedachte was: Eenmachtige vijand. En ten tweede hadden we genoemd: 2. De verdediging van deze stad We lezen: ‘Er was een kleine stad, en weinige lieden waren daarin; en een groot koning kwam tegen haar, en hij omsingelde haar en hij bouwde grote vastigheden tegen haar.’ Geliefden, er kon er niet een meer in en uit. Niemand kon meer ontvluchten. Alles was omsingeld rondom deze stad. ‘Hij bouwde grote vastigheden tegen haar.’ Gaan nu die weinige lieden in deze kleine stad (hoewel het straks toch een schare zal zijn die niemand tellen kan) de strijd aan? Je ziet als het ware in gedachten die weinige lieden, en dat machtige leger. Daar staan ze op de muren, daar staan ze op de torens, en ze zien dat machtige leger van de vijand. Een verloren zaak, geliefden. Ach, zijn er nog onder ons? De Kerk des Heeren ziet zo menigmaal op de vijand, op dat machtige leger, en dat ze omsingeld zijn. Laten we eens een ogenblik de muren, de poorten en de torens bezien, enhet eens eenogenblik overzetten inonze tweede gedachte: De verdediging van deze stad.Er zijnwat een poorten, geliefden!Wat denkenwe van de oogpoort?Het oog, dat weleens een ogenblik heeft mogen zien op de Koning in Zijn schoonheid. Maar de oogpoort is gesloten. ‘Zie, ga ik voorwaarts, zo is Hij er niet, of achterwaarts, zo verneem ikHemniet’ (Job 23:8). En ze tasten als een blinde langs de wand. Nog een poort! Wat denkt u van de oorpoort? Ja, het Woord

RkJQdWJsaXNoZXIy OTA4OQ==