9789033131653

12 Seth knikt. ‘We gaan dus niet ineens andere dingen doen?’ vraagt hij. Iza schudt haar hoofd. ‘Nee, dat hoeft niet. Gewoon wat we altijd doen.’ ‘Als we meedoen met de optocht gebruiken we die naam,’ zegt Emma. ‘Precies,’ zegt Iza. ‘Hoe gaan we ons noemen?’ vraagt Seth. ‘Heb je daar ook al een idee over?’ ‘Geen Sanie en ook geen Mimjo,’ zegt Abel meteen. In gedachten puzzelt Iza met de eerste letters van hun namen en met de letters van de namen van de paarden. Dan zucht ze. Ze kan er niets leuks van maken. Toch wel jammer. Het lijkt of Noor haar gedachten heeft gelezen. ‘Beginletters zijn niet slim,’ zegt ze. ‘Van onze namen niet, want misschien komen er wel meer mensen bij. Maud of Marja bijvoorbeeld. Van de paarden ook niet, want alleen jij hebt een eigen paard. Jij rijdt altijd op Muis, maar wij rijden ook weleens op een ander paard.’ ‘Je hebt gelijk,’ zegt Iza. ‘We moeten dus iets anders bedenken.’ Ze staren elkaar aan en kunnen niets bedenken. ‘De Zanddorpse Ponyclub,’ stelt Iza dan voor. Ze rolt met haar ogen. Het is een goede naam, maar het is geen leuke naam. ‘Het is wel leuk om iets met Zanddorp te doen,’ vindt Noor. ‘Toch?’ Vragend kijkt ze om zich heen. De anderen knikken. Ineens slaat Seth met zijn hand op het tafeltje. ‘De Zandruiters,’ roept hij. ‘We wonen in Zanddorp, we rijden vaak over het strand en we vallen ook weleens van ons paard.’ ‘Als iemand van zijn paard valt, noemen ze dat ook weleens een zandruiter,’ weet Iza. ‘Ik vind het een grappige naam,’ zegt ze. De anderen zijn het met haar eens.

RkJQdWJsaXNoZXIy OTA4OQ==