7 ‘Dit keer wel,’ zei boer Bas. ‘Hij slaapt in een tent! Zijn vriend mag ook mee. Mijn hond wekt hen vroeg.’ Nu ligt Stijn in de tent. Met zijn vriend Finn. Stijn lacht. Wat snurkt Finn! Maar dan schrikt Stijn. Hij hoort iets. Geen tik, want de bui is al weer weg. Dit is ook geen snurk van Finn. Maar wat is het wel? Er schuift iets... Iets voor de tent! Ik loer en zoek. Ja, daar ligt er weer een. Die is voor mij. Ik weet er een plek voor.
RkJQdWJsaXNoZXIy OTA4OQ==