12 woonachtig was,maar ze gingen ook wel de grens over, het rijk van de tien stammen in, in de buurt van Bethel, ja tot het hoge noorden, tot in Dan toe. Maar Amos kweekte ookmoerbeziënvijgen,wilde vijgen. In vers 14 van hoofdstuk 7 lezenwe: ‘ik…las wilde vijgen af.’ Ook zo voorzag hij in zijn onderhoud. Kennelijk had hij grote moerbeziënboomgaarden gekweekt en dat was ook een deel van zijn beroep. ‘Ik was geen profeet, en ik was geen profetenzoon…’, zegt Amos. Dat betekent dat hij nooit op een profetenschool was geweest. Waren die er dan? Ja, er waren in Israël ook wat wij zouden noemen ‘theologische scholen’. In Bethel was er een profetenschool en in Gilgal en in Jericho waren ze er ook. Elia en Elisa hadden die profetenscholen geleid. Er waren tientallen jonge profeten in opleiding. Daar was niets verkeerds mee. U moet niet denken dat dat allemaal onbekeerde mensen waren. Nee, we weten wel beter. ‘De zonen der profeten’, zoworden ze genoemd. Dat betekent niet dat hun vaders profeten waren, maar dat betekent dat het jonge profeten waren die werden opgeleid. Amos had zo’n opleiding nooit genoten.Wij zouden nu zeggen: hij was dominee op artikel 8, met singuliere gaven van God bedeeld. Zonder vorming op een school. De Heere had hem op zekere dag zomaar van achter de kudde vandaan geroepen. Nu wil dat niet zeggen dat hij toen zijn kudde in de steek gelaten heeft; dat lezen we niet.Maar hij is wel profeet in ’s Heeren dienst geworden. Toen kreeg hij van deHeere eenmoeilijke opdracht.We lezen dat al in de eerste woorden: ‘De woorden van Amos, die onder de veeherders was van Tekóa, dewelke hij gezien heeft over Israël ...’ U zult misschien vragen: Wat is dat voor bijzonders? Dat is toch logisch dat hij dat gezien heeft over Israël? Maar als u een trouwe Bijbellezer bent, zult u wel weten wat het verschil is tussen Juda en tussen Israël. Na de dood van koning Salomo, in het jaar 930 voor
RkJQdWJsaXNoZXIy OTA4OQ==