9789033131745

12 vliegtuig en je moet lang wachten op het vliegveld. Eigenlijk wil ik helemaal niet vliegen.’ ‘Maar dan kun je nergens heen!’ roept Seth. Mama trekt haar wenkbrauwen op. ‘Heb je weleens van een auto gehoord?’ ‘Wil je in Europa blijven? Rondreis langs hotelletjes in Spanje of Italië?’ Papa reikt naar de kroepoek. Mama legt haar vork neer. ‘Ik heb dus een plannetje. Weet je nog van het eerste jaar dat we getrouwd waren? We zijn toen samen naar Zwitserland gegaan. Daar zou ik nog weleens heen willen.’ ‘Zwitserland?’ zegt papa, alsof hij de naam op zijn tong proeft. ‘Het was daar zo mooi, weet je nog?’ ‘Maar de beleving van toen, in een tentje op de camping, krijg je natuurlijk niet terug in hotelletjes,’ bedenkt papa. ‘Precies,’ zegt mama. Haar gezicht straalt, ziet Seth. ‘Daarom had ik bedacht: zullen we eens gaan kamperen?’ ‘Kamperen?’ zegt Seth. ‘Kramperen?’ zegt papa, terwijl hij Seth een knipoogje geeft. ‘Ja, dat lijkt me zo leuk. Gewoon lekker naar de camping. Dat is voor Seth ook leuk, op een camping zijn altijd andere kinderen om mee te spelen.’ ‘Er is één probleempje,’ zegt papa. ‘We hebben geen tent. Of wou je een stacaravan huren?’ ‘Nee! Zo’n stacaravan is geen kamperen. Daar zit tegenwoordig zelfs een vaatwasser in.’ Papa kijkt met gemaakt grote ogen naar Seth. ‘Hoor je dat, jongen?We moeten afwassen in de vakantie!’ Seth kijkt naar zijn moeder. Hij weet al hoe dit gaat aflopen. Mama heeft het helemaal bedacht en papa gaat eerst sputteren, maar gaat dan mee in mama’s plan.

RkJQdWJsaXNoZXIy OTA4OQ==