14 hij verder kan praten. Gaston doet een stapje achteruit, want de lucht in deze kamer is vast niet gezond. ‘Heer, waar is dat kasteel van Enguerrand?’ ‘Ver naar het noorden, lopend doe je er wel vier weken over. Het is de burcht van Coucy, het machtigste kasteel van Frankrijk.’ Het suist in Gastons oren en het zweet breekt hem uit. Dit kan niet waar zijn, de burcht van Coucy. Hij is daar al eens geweest en het is de laatste plaats op aarde waar hij naartoe wil. ‘Goed, heer,’ fluistert Gaston. ‘Morgenochtend vertrek ik.’ ’s Nachts schrikt Gaston wakker uit een onrustige slaap. Net als heel veel andere nachten droomde hij van brandende bomen en ingestorte muren. Allemaal zijn schuld. Kon hij dat maar goedmaken. In de vlammen van zijn droom heeft hij de kleine Rafaël weer op de schouders. Zo vluchtte hij jaren geleden naar het noorden. Een reis die eindigde bij de enorme burcht van Coucy.
RkJQdWJsaXNoZXIy OTA4OQ==