11 Eenkwartiertje later loopthijde trapweerop. Indewoonkamer van de kazerne zitten zijn collega’s inmiddels aan de koffie. ‘Gaat alles nog naar wens?’ wil Erwin weten. ‘Absoluut.’ Sander ploft op een stoel en trekt een blikje cola open. ‘Het behang is er boven af.’ ‘En beneden dan?’ vraagt de bevelvoerder. ‘Dat moet nog allemaal gebeuren. We werken van boven naar beneden. Rachel heeft een strakke planning gemaakt.’ Opeens gaat de pieper2. Sander grijpt naar het apparaatje aan zijn broeksriem. ‘Woningbrand!’ Hij springt overeind en rent achter zijn collega’s aannaar beneden. Zo snel als hij kan, trekt hij zijn pak aan, klimt achter het stuur van de brandweerauto en start de motor. BevelvoerderErwinkomtnaasthemzitten.Deachterportieren klappen dicht. ‘Compleet!’ Meteen trapt Sanderhet gaspedaal in.Met eenmepopdeknop boven zijn hoofd zet hij de sirene aan en vervolgens draait hij de weg op. Ondertussen neemt Erwin contact opmet demeldkamer. Met een half oor luistert Sander mee naar wat de centralist vertelt. ‘Goedenavond 2631, woningbrand aan de Valkenberglaan. Buurtbewonershoordeneersteenknalenzagendaarnaiemand wegrijden. Toende buurman ging kijken, zag hij dat de houten onderkant van de gevel in brand stond. Hij heeft het met een tuinslang geblust.’ Sanderkijktopzij.Debevelvoerderknikt veelbetekenend.Toch prio 13 blijven rijden. 2. Ook wel pager genoemd. Apparaat waarop de alarmeringen te zien zijn. 3. Een melding waarbij spoed vereist is. Er wordt gereden met zwaailicht en sirene.
RkJQdWJsaXNoZXIy OTA4OQ==