9789033131783

49 (1) We vinden in de volgende woorden43 een korte uiteenzetting van deze blijde boodschap, die duidelijk Christus beschrijft als God en mens in één Persoon, volkomen bekwaam en uitnemend toegerust tot Zijn ambten. (2) De uitnemendheid van het Evangelie is ook duidelijk wanneer we de uitnemende uitwerkingen aanmerken, die door Zijn toerusting tot Zijn ambt worden tot stand gebracht, zoals Zijn voldoening aan Gods rechtvaardigheid, Zijn in vrijheid stellen van de gevangenen, Zijn overwinning over de overheden en machten, Zijn verbreken van de werken van de duivel, enzovoort. Over voortreffelijker werken en uitwerkingen kan er niet gesproken worden. (3) Deze uitnemendheid is ook duidelijk als we zien op Hem van Wie deze prediking komt en in Wiens hart deze tijdingen als het ware zijn geteeld. Zij zijn de uitwerking van Gods eeuwige raad, en als daarom deze prediking gedaan wordt in des Heeren Naam, dan wordt het ook aan Hem geklaagd wanneer het niet uit de hand van de profeet aangenomen wordt. (4) Deze uitnemendheid is ook duidelijk als we op de verborgenheid van deze tijdingen letten. Engelen zouden dit nooit uitgedacht kunnen hebben wanneer deze prediking niet gekomen was. Dit bewijst dat het grote, heerlijke en goede nieuwsberichten en blijde tijdingen zijn, zoals we vinden in het laatste vers van het vorige hoofdstuk: ‘Denwelken het niet verkondigd was, die zullen het zien, en welke het niet gehoord hebben, die zullen het verstaan’ (Jes. 52:15). Toepassing van de eerste leerstelling 1. Dit dient om onze harten te doen ontvlammen in liefde tot het Evangelie en om onze hoogachting ervoor op te wekken. De mensen zijn er gedurig op uit om wat nieuws te horen, maar hun begeerte tot dít nieuws is grotendeels afgenomen en vergaan. Maar is er wel nieuws dat nuttiger is dan het Evangelie? Wanneer God aan de mensen nieuws zendt, dan moet het groot nieuws zijn. En dit is het inderdaad. 2. Wees daarom bevreesd om afkerig te zijn van de duidelijke, wezenlijke waarheden van het Evangelie. Als u hier niet eerder van had gehoord, dan zou u mogelijk net als die van Athene de nieuwsgierigheid hebben om daarvan te horen en te spreken (Hand. 17:21). Maar ondanks dat ze zo vaak gehoord of gesproken worden, moesten deze waarheden niet minder overdacht worden. 3. Waardeer daarom des te meer het Evangelie, aangezien dit het wezen van dit goede nieuws en deze blijde tijdingen bevat. En heb des te meer hoogachting voor de Evangelie-inzettingen, waardoor deze goede tijdingen zo vaak verkondigd en aan u uitgelegd worden. 43. Dat wil zeggen: van Jesaja 53.

RkJQdWJsaXNoZXIy OTA4OQ==