9789033131820

12 in de bewoordingen en in de schrijfstijl. De taal die hij gebruikt is, net als bij de profeet Jesaja, bloemrijk, bijna poëtisch. Je proeft het meteen: dit is dezelfde schrijver! Blijkbaar was het voor de beoogde lezers ook meer dan duidelijk dat de brief van Johannes was, reden waarom de schrijver het overbodig vond zijn naam te noemen. Dat herkennen wij wel. Als je naar huis belt en je spreekt je vrouw, man, vader of moeder, dan zeg je vaak: ‘Ja, met mij’, zonder je naam te noemen. De persoon aan de andere kant van ‘de lijn’ weet dan wel wie met ‘mij’ wordt bedoeld. Dat hoor je aan de stem, aan de klank, aan de stijl. Dat persoonlijke wordt ook wel heel vaak in de brief benadrukt, doordat de apostel de gemeenteleden aanspreekt met ‘kinderkens’ (zoals de Heere Jezus dat ook deed in Johannes 21) en ‘geliefden’. Dat doe je alleen als je de mensen erg goed kent. Gebruikte begrippen Die beide geschriften vertonen veel overeenkomsten ten aanzien van de gegeven ‘karaktertrekken’ en benamingen van Christus. Hij wordt genoemd: het Woord, het Leven, het Licht, het Woord Gods. In dat verband moet u maar eens vergelijken de teksten 1 Johannes 1:1 en 5:7 met Johannes 1:1 en Openbaring 19:13. Dat geldt ook van andere genoemde onderwerpen, zoals de liefde van God jegens zondaren (vergelijk de teksten 1 Johannes 3:9 en 4:7 met Johannes 3:16). Het begrip ‘wedergeboorte’ komt ook vaak voor, in zowel de brief als in het evangelie (1 Joh. 3:9; 4:7; 5:1; Joh. 3:5, 6). Het front: de gnostiek De zendbrieven in het Nieuwe Testament hebben een eigen historische context, ofwel een concrete aanleiding. Er zijn in de tijd van Johannes predikers gekomen die grote dwalingen verkondigen. Ook de leden van de gemeenten luisteren naar hun

RkJQdWJsaXNoZXIy OTA4OQ==