9789033131899

13 zijn geworden, is deze aarde een tranendal en zijn er al zeeën van tranen geschreid van droefheid. Daarom ligt de schuld van al ons verdriet ten diepste bij onszelf.Waren er geen zonden, dan waren er geen wonden; dan was er geen rouw en verdriet. Na de zondeval lezen we in Genesis 3 voor het eerst over droefheid of smart.God sprak tot Eva als straf op de zonde:‘Met smart zult gij kinderen baren’ (vs. 16), en tot Adam:‘...zo zij het aardrijk om uwentwil vervloekt, en met smart zult gij daarvan eten al de dagen uws levens’ (vs. 17). Ons leven begint in droefheid: als het goed is, komt een kind huilend ter wereld.Ons leven eindigt in droefheid als we zelf nog afscheid kunnen nemen op ons sterfbed en ook als onze geliefden met tranen staan rondom ons geopende graf. Droefheid is er wanneer er iets of iemand gemist wordt. Het geeft iets te kennen van de plaats die iets of iemand in ons hart had. In alle droefheid ligt een leegte, een gemis.Als we ons werk verliezen vanwege ontslag of als we niets meer kunnen doen vanwege een handicap of een ziekte, geeft het verdriet daarover aan met hoeveel liefde en inzet we dat werk mochten doen. En als een lieve moeder overlijdt, kan ons dat intens verdrietig maken. Maar ook het onvervulde verlangen naar een levenspartner of een onvervulde kinderwens kan heel wat tranen teweegbrengen.

RkJQdWJsaXNoZXIy OTA4OQ==