9789033131936

5 Simone Foekens Een nieuw begin d DEN HERTOG - HOUTEN

6 Lezen is dromen met open ogen © 2022 Den Hertog B.V., Houten ISBN 978 90 331 3193 6 Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij digitaal, elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen, of op enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.

7 Hoofdstuk 1 Waarom heeft ze toch ook altijd zo’n grote mond? Lydia huivert in haar natte badpak. Diep onder haar wachten de meiden tot ze van de hoge duikplank naar beneden zal duiken. Niet springen. Duiken... Vorig jaar, toen ze net in Huislo was komen wonen, wilde ze indruk maken en is ze stoer van de hoge duikplank gedoken. Ze deed alsof ze er haar hand niet voor omdraaide, maar wat vond ze het eng! Springen, dat durft ze nog wel, maar duiken... Dat eigenlijk niet. Ze hoopte dat haar vriendinnen vergeten waren dat zij dit durfde. Maar dat is duidelijk niet het geval. Het komt door Tamar, haar anderhalf jaar jongere zusje. Zij was zo verbaasd toen ze hoorde dat Lydia vorig jaar van de hoge was gedoken. Nu wil ze het met eigen ogen zien. Terugkrabbelen, dat woord staat niet in Lydia’s woordenboek. Achter haar dringen een paar jongens. Het wachten duurt hun duidelijk te lang. ‘Daar is de trap,’ wijst één van hen. ‘Je durft toch niet.’ Dat laat Lydia zich geen twee keer zeggen. ‘Dat denk jij,’ zegt ze boos. ‘Nou, laat zien dan,’ zegt de jongen en hij wijst naar het uiteinde van de duikplank. ‘Goed hoor,’ zegt Lydia kattig. Ze haalt diep adem, loopt de duikplank op en zonder naar beneden te kijken, duikt ze van de plank af. Pats! Diep gaat ze onder water. Langzaam zwemt ze omhoog. Ze heeft het gedaan! Ze sloeg wel een beetje door. Dat voelt ze in haar rug. Maar daar zegt ze niets van tegen haar vriendinnen en al helemaal niet tegen Tamar.

8 Vooral Bertine, Femke en Elise, de vriendinnen van Tamar, kijken haar bewonderend aan als ze bij hun groepje komt. Zij waren er vorig jaar niet bij toen ze van de hoge dook. ‘Ik durf nog niet eens te springen,’ huivert Elise. Tamar zegt niets. Dat komt nog wel, dat ziet Lydia aan haar gezicht. ‘Wie gaat er mee een ijsje halen?’ roept Lydia. Daar hebben ze allemaal wel zin in. Ze lopen naar hun handdoeken en zoeken hun pinpas op. Niemand heeft het meer over Lydia’s duik van de hoge duikplank en dat was precies haar bedoeling. Ongemerkt wrijft ze over haar rug, die nog steeds gevoelig is. Hopelijk is het morgen over, want dan hebben ze een blokuur gym. Even later zitten ze op hun handdoeken in de zon te genieten van hun ijsjes. ‘Heerlijk,’ zegt Mirthe. Ze knijpt haar Calippo een stukje verder uit de verpakking. ‘Echt wel,’ zucht Bertine. ‘Ik vind het bijna jammer dat ik al weg moet als ik mijn Cornetto op heb.’ ‘Naar de manege?’ vraagt Tamar. Bertine knikt. ‘Ja, pianoles is verschoven, dus nu moet ik vanmiddag naar Pinto.’ ‘Dan hadden wij toch ook kunnen ruilen?’ zegt Tamar. Bertine begint te lachen. ‘Joh, dat is zo’n simpele oplossing, dat ik daar niet eens aan gedacht heb.’ Pinto is het paard van Bertine. Het is een zachtaardige vos met een hartvormige bles. Tamar verzorgt Pinto een paar dagen in de week, zodat Bertine niet elke dag naar de manege hoeft. In de zomervakantie heeft ze bijna in haar eentje voor het paard gezorgd, omdat Bertine een groot deel van de vakantie met haar ouders op Curaçao zat. Lydia is al net zo gek op paarden als Tamar en helpt ook weleens mee met de verzorging van Pinto. Tamar en Lydia hebben ook allebei een bijbaan op de manege. Stallen uitmesten natuurlijk, maar ook paarden longeren of jongere kinderen helpen met hun paard opzadelen. Er is altijd wel iets te doen.

9 ‘Joehoe.’ Lydia wappert met een haarhanddoek voor Tamars ogen. ‘Of je meegaat het water in?’ Tamar schudt haar hoofd. ‘Nee, geen zin, gaan jullie maar.’ ‘Vind je het niet erg?’ aarzelt Femke. Weer schudt Tamar haar hoofd. ‘Ik ben bijna opgedroogd,’ zegt ze. ‘Ik blijf nog even lekker in het zonnetje zitten, dan kan ik mijn kleren zo over mijn badpak aantrekken en thuis douchen,’ zegt ze. Het water is heerlijk fris en het duurt lang voor de meiden uit het water komen om hun shampoo te halen en te douchen. Bertine is al naar huis en ook Tamars donkerblonde krullen zijn al opgedroogd. ‘Ik douche thuis wel,’ zegt Tamar. ‘Ik heb geen zin om me weer nat te maken en me dan te moeten aankleden in die nare betonnen kleedhokjes.’ ‘Jij liever dan ik,’ zegt Lydia. ‘Nu gaat het in één moeite door.’ ‘Als je net uit het water komt, wel ja,’ zegt Tamar. ‘Als je maar niet denkt dat je in mijn badkamer mag,’ zegt Lydia. ‘Hoezo jouw badkamer? Ook die van Micha, hoor. Ik wil trouwens niet eens in die ieniemieniedouche van jullie.’ Hun broer Micha heeft net als Lydia een kamer op zolder en zij delen daarom het badkamertje daar. Tamar moet de badkamer op de eerste verdieping delen met haar ouders en de elfjarige tweeling Eva en Hanna. Als het spitsuur is in die badkamer, mag Tamar weleens die op zolder gebruiken. ‘Waarom doe je het dan zo vaak?’ vraagt Lydia kattig. ‘Dames, dames!’ Sara komt tussen hen in staan. ‘Staak dat gekibbel,’ zegt ze zo plechtig dat de andere meiden ervan in de lach schieten. Lydia zegt niets, maar pakt de shampoo en douchegel die ze in miniflesjes heeft meegenomen. De rest volgt haar voorbeeld. Tamar kijkt hen na als ze naar de douches lopen. Lydia heeft alweer het hoogste woord, ziet ze. Zou ze het over haar hebben? Lydia en zij kibbelen vaak zomaar om niets, al gaat het de laatste

10 tijd echt wel beter. De meiden blijven lang weg. Het is zeker druk bij de douches. De shampooflesjes worden teruggedaan in de tassen en de meiden zoeken hun kleren bij elkaar, pakken hun handdoek en vertrekken naar de kleedhokjes. Al snel komen Femke en Elise terug. Nog steeds in hun badpak. ‘Weet je hoe druk het in de hokjes is?’ Elise rolt met haar ogen. ‘De anderen zitten nu twee aan twee in een hokje,’ zegt Femke. ‘Dat is superkrap. Wij kleden ons hier wel om.’ Dankbaar knikt Tamar haar vriendinnen toe. Ze gelooft meteen dat het best druk is in de hokjes, maar ze vermoedt dat Femke en Elise ook terugkomen voor haar en dat vindt ze lief. ‘Zal ik een handdoek omhooghouden?’ biedt ze aan. Het kost moeite om even later hun fietsen uit het overvolle fietsenrek te halen, maar het lukt. Claudia en Femke moeten dezelfde kant op als Lydia en Tamar, die buiten de bebouwde kom wonen. Als Claudia en Femke zijn afgeslagen, blijft Lydia achter Tamar fietsen, ook al is het rustig op de smalle buitenweg en hadden ze best naast elkaar kunnen fietsen. Aan tafel vraagt papa of ze fijn gezwommen hebben. Eensgezind knikken ze. Maar als mama zegt dat Tamar maar even op zolder moet douchen, zegt Tamar dat ze wel wacht tot de andere badkamer vrij is. Als Tamar die avond in bed ligt te appen met Pien en Yara, haar vriendinnen uit Den Haag, komt Lydia na een klopje op de deur meteen binnen. ‘Sorry hoor,’ valt Lydia met de deur in huis. ‘Ik reageerde een beetje flauw. Ik weet niet waarom.’ Tamar klapt het hoesje van haar mobiel dicht en kijkt haar zus aan. ‘Natuurlijk weet je dat wel,’ zegt ze rustig. Lydia loopt naar het raam, schuift het gordijn wat opzij en kijkt naar buiten. Waarschijnlijk ziet ze alleen zichzelf vaag weerspiegeld in het raam, want buiten is het donker en binnen is het licht aan. Met een ruk trekt Lydia het gordijn weer dicht. ‘Hoe bedoel je?’ zegt ze.

11 ‘Dat weet je wel,’ zegt Tamar. ‘Geen idee,’ bromt Lydia. ‘Je weet het heus wel,’ houdt Tamar vol. ‘Maar ik zal het je zeggen: je moest afreageren van de duikplank.’ ‘Wat is dat nu weer?’ mompelt Lydia vaag. ‘Lydia, je mag denken dat de anderen het niet hebben gemerkt, maar ik ben niet gek. Je was hartstikke bang daarboven op die duikplank.’ ‘Ik deed het toch maar mooi,’ schept Lydia op. ‘Je was hartstikke bang,’ herhaalt Tamar. ‘Ik zag het toch. Geef nu maar toe.’ Lydia ploft op het bed van Tamar en zucht. ‘Ik had zo gehoopt dat ze het vergeten waren van vorig jaar.’ ‘Maar niet dus,’ vult Tamar aan. ‘Waarom heb je geen nee gezegd?’ Tamar weet dat Lydia er meestal niet zo’n moeite mee heeft om ergens nee tegen te zeggen, dus waarom heeft ze dat nu niet gedaan? Zelf vindt Tamar dat veel lastiger. Ze is veel te bang dat ze dan mensen kwetst. Maar van de hoge duikplank duiken, terwijl je er bang voor bent? Daar durft zelfs zij nog wel nee tegen te zeggen. ‘Ach, ik wilde niet afgaan tegenover de meiden.’ ‘Papa zou dat een heel slechte reden vinden,’ zegt Tamar. ‘Dat is het ook wel,’ geeft Lydia eindelijk toe. ‘Je kwam ook niet zo goed terecht, volgens mij,’ zegt Tamar. Lydia wrijft over haar rug. ‘Het ging vorig jaar beter,’ zegt ze. Heeft dan niemand anders gezien hoe eng Lydia het vond? Of zagen ze het wel, maar zeiden ze er niets van? Dat zou niet erg aardig zijn. Tamar duwt die gedachte weg. Ze hoeft Lydia daar niet naar te vragen, want die zal er net zo min het antwoord op weten als zij. ‘Hopelijk kun je morgen op school wel goed zitten,’ zegt ze in plaats daarvan. Lydia begint meteen te giechelen. ‘Weet je nog die keer dat jij voor het eerst op Bella zat? Je was een beetje boos dat je zo’n saai, mak paard kreeg en toen gooide ze je eraf.’ ‘Dat vergeet ik echt niet, hoor. Ik kon toen een paar dagen amper zitten. Dat was niet leuk.’

12 ‘Daarna heb je Bella wel heel goed onder controle gekregen,’ zegt Lydia. ‘Je geeft haar geen kans meer om ondeugend te zijn.’ ‘Klopt,’ lacht Tamar. ‘Bella weet wie de baas is. En ik hoef alleen maar aan die val terug te denken om me te herinneren dat ik altijd alert moet blijven tijdens het paardrijden.’ ‘Dat is in elk geval winst,’ vindt Lydia. ‘Hoe laat ben jij morgen uit? Ik moet om vier uur werken op de manege.’ ‘Ik hoef morgen alleen voor Pinto te zorgen. Ik sta voor overmorgen op het rooster.’ ‘Dan moet ik werken bij de Coop.’ Tamar knikt. Dat dacht ze al. Tamar en Lydia werken nog maar sinds kort op de manege en maken er nog niet zoveel uren. Daarom heeft Lydia haar baan als vakkenvuller bij de Coop nog niet opgezegd. ‘Fietsen we morgen samen?’ vraagt Lydia. Tamar knikt. ‘Nou, slaap lekker,’ zegt Lydia ineens en voor Tamar het weet, valt de slaapkamerdeur achter Lydia in het slot. Ze hoort dat Lydia de zoldertrap op gaat en begint te praten. Tamar schudt haar hoofd. Lydia werd dus gebeld. Ze voelde haar telefoon waarschijnlijk trillen in haar zak. Tamar houdt haar hoofd scheef en probeert aan de klank van Lydia’s stem te raden wie ze aan de telefoon heeft. Dat lukt niet, want Lydia wordt regelmatig gebeld. Zelf is ze niet zo’n beller. Ze appt liever. Alleen met Pien en Yara belt ze vaak. Met z’n drietjes videobellen kunnen ze met gemak een hele avond volhouden. O ja, ze was met hen aan het appen toen Lydia binnenkwam. Ze ontgrendelt haar telefoon. Zoals ze al verwachtte, staat de app vol met kreten als ‘waar ben je?’, ‘slaap je al?’ en ‘joehoeeeeee’. Lydia kwam, appt ze snel. Even bijlezen hoor. Haar vriendinnen zijn rustig doorgegaan met appen. Ze zeggen niet veel bijzonders. Het meeste gaat over hun school waar ze in dezelfde klas zitten. Voor hun verhuizing vorig jaar zat Tamar bij Pien en Yara in de klas.

13 Ze kletsen nog even tot Pien meldt dat haar vader roept dat hij frikandellen gebakken heeft. Tamar legt haar telefoon aan de oplader en draait op haar zij in bed. De vader van Pien lijkt elke avond wel frikandellen of kaassoufflés te bakken. Papa en mama zouden haar aan zien komen als ze zou vragen of ze elke avond de frituurpan aan mocht zetten. Pien weet ook wel dat het niet zo gezond is. ‘Maar het is zo lekker,’ zegt ze dan. Tamar vindt het dan ook niet zo raar dat Pien de stevigste is van hun drieën. De ouders van Pien zijn allebei echt dik. Vooral de vader van Pien met zijn dikke, bolle buik. Maar hij is erg aardig. Hij heeft een nogal harde stem, maar hij bedoelt het altijd goed. Ze praten met Pien bijna nooit over eten. Daar zou zomaar ruzie van kunnen komen, want Pien vindt het echt niet leuk dat ze zoveel kritiek op haar leefstijl hebben. En ach... Pien weet het ook wel, ze hoeven het ook niet steeds te zeggen. Ze zijn een gek stel, denkt Tamar. Bij Pien wordt er helemaal niet op gezond eten gelet. Ze eten veel patat en snacks en ze bestellen ook vaak pizza. Niet dat ze nooit gezond eten, maar het is – zoals Pien zelf zegt – toevallig als het iets gezonds is. Sperzieboontjes eten ze trouwens wel vaak, herinnert ze zich. Daar zijn ze allemaal dol op. Bij Yara eten ze juist heel gezond. Een frituurpan hebben ze niet en patat halen doen ze ook bijna nooit. Daarom eet Yara ook graag af en toe mee bij Pien. Bij Tamar thuis zitten ze er een beetje tussenin. In het weekend eten ze altijd een keer patat. Soms eten ze ook wel pannenkoeken of pizza. Op zulke dagen zegt mama vaak wel dat ze maar even een extra stuk fruit moeten nemen. Grappig dat ze dat nog zo precies weet van Pien en Yara. Van haar vriendinnen in Huislo weet ze eigenlijk niet zoveel over hun eetpatroon, bedenkt ze. Alleen bij Femke heeft ze een keertje meegegeten. Macaroni was dat. Langzaam vallen haar ogen dicht. Ze droomt over Sikkeneur, hun humeurige leraar geschiedenis, en mevrouw Van den Berk, hun lerares wiskunde. Die zitten dicht naast elkaar op een bankje aan de

RkJQdWJsaXNoZXIy OTA4OQ==